Veiligheidsmaatregelen
Er dient altijd een verantwoordelijk toezichthoudend persoon als
hoofdbestuurder op de fiets aanwezig te zijn. Deze hoofdbestuurder is altijd
verantwoordelijk voor het veilige gebruik van de fiets.
Let op bij afdalingen dat zich geen gevaarlijke snelheid ontwikkelt. Rem tijdig
en fiets niet harder dan 30 kilometer per uur.
Indien op de fiets een elektromotor aanwezig is: oefen met de achteruitrij-
functie en starthulp van de elektromotor. Let altijd goed op als u de
elektromotor inschakelt en laat u niet verrassen door het plotselinge gedrag
van de elektromotor. Let op dat u niet onbedoeld de achteruitrijfunctie van
de elektromotor inschakelt. Als u achteruit draait met de pedalen zal de fiets
achteruit gaan rijden.
Zorg ervoor dat elke keer voordat de fiets wordt gebruikt, de fiets zich in
goede conditie bevindt. Controleer vóór elke rit de correcte werking van de
remmen, de correcte werking van de verlichting en zorg ervoor dat er
genoeg lucht in de banden aanwezig is.
Controleer met regelmaat of de wielen, het stuur en de zitting goed vast
zitten en ook dat alle schroefverbindingen goed vast zitten.
Gebruik de fiets alleen op een solide en vlakke ondergrond.
Pas op dat wijde broeken of los wapperende kledingstukken niet vast komen
te zitten in ketting, spaken of pedalen.
Gebruik voor het reinigen geen hogedruk- of stoomreiniger.
Zet de fiets op de parkeerrem als de berijders op- en afstappen van de fiets.
Tijdens een zwangerschap is extra voorzichtigheid vereist in verband met
een verhoogde kans op letsel.
Zet de fiets niet in direct zonlicht: de temperatuur van sommige onderdelen
kan boven de 41ºC komen met mogelijk overgevoeligheid van de huid tot
gevolg.
Extra aandacht is vereist indien een kind de fiets gebruikt.
Laat een kind nooit alleen met de fiets zonder toezicht.
Laat een kind altijd een fietshelm dragen. Let op dat de helm correct past.
Gebruiksaanwijzing
Fun2Go 15.02
3