7 De frequentieomvormer programmeren
22-22 Detectie lage snelh.
Option:
[0] *
Uitgesch.
[1]
Ingesch.
22-23 Functie geen flow
Standaardacties voor Detectie laag verm. en Detectie lage snelh. (individuele selectie niet mogelijk).
Option:
[0] *
Uit
[1]
Slaapstand
[2]
Waarsch.
[3]
Alarm
7
NB!
Stel Par. 14-20
geval zal de omvormer namelijk blijven schakelen tussen actief draaien en stoppen wanneer een situatie zonder flow wordt gedetec-
teerd.
NB!
Als de omvormer is uitgerust met een constante snelheidsbypass met een automatische bypassfunctie die de bypass zal activeren
wanneer de omvormer in een alarmtoestand blijft hangen, moet u de automatische bypassfunctie van de bypass altijd uitschakelen
wanneer Functie geen flow wordt ingesteld op Alarm [3].
22-24 Vertr. geen flow
Range:
10 s*
[1 - 600 s]
22-26 Drogepompfunctie
Selecteer de gewenste actie voor de pomp in geval van drooglopen.
Option:
[0] *
Uit
[1]
Waarsch.
[2]
Alarm
[3]
Man. Reset Alarm
114
Functie:
Selecteer
Ingesch
Par. 4-11
Motorsnelh. lage begr. [RPM]
Functie:
De omvormer zal in de slaapstand gaan en stoppen wanneer een situatie zonder flow wordt gede-
tecteerd. Zie parametergroep 22-4* voor programmeeropties voor de slaapstand.
De omvormer zal actief blijven, maar wel een waarschuwing wegens geen flow [W92] genereren.
Via een digitale uitgang van de omvormer of via seriële communicatie kan een waarschuwing wor-
den doorgegeven aan andere apparatuur.
De omvormer zal stoppen en een alarm wegens geen flow [A92] genereren. Via een digitale uitgang
van de omvormer of via seriële communicatie kan een alarm worden doorgegeven aan andere ap-
paratuur.
Resetmodus
Onbegr. aut. reset
niet in op
Functie:
Stel in hoe lang Laag verm/Lage snelh. gedetecteerd moet blijven voordat het signaal voor acties
wordt ingeschakeld. Als detectie stopt voordat de ingestelde tijd is verstreken, wordt de timer ge-
reset.
Functie:
De omvormer zal actief blijven, maar wel een waarschuwing wegen drooglopen [W93] genereren.
Via een digitale uitgang van de omvormer of via seriële communicatie kan een waarschuwing wor-
den doorgegeven aan andere apparatuur.
De omvormer zal stoppen en een alarm wegens drooglopen [A93] genereren. Via een digitale uit-
gang van de omvormer of via seriële communicatie kan een alarm worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
De omvormer zal stoppen en een alarm wegens drooglopen [A93] genereren. Via een digitale uit-
gang van de omvormer of via seriële communicatie kan een alarm worden doorgegeven aan andere
apparatuur.
MG.11.AC.10 – VLT
VLT
. om te detecteren wanneer de motor werkt op de snelheid die is ingesteld in
of Par. 4-12
Motorsnelh. lage begr. [Hz]
Functie geen flow
[13] wanneer Par. 22-23
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
®
HVAC Drive Bedieningshandleiding
.
Alarm
is ingesteld op
[3]. In dat