®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
20-94 PID integratietijd
Range:
20.00 s*
[0.01 - 10000.00 s]
22-20 Laag verm. autosetup
Start de autosetup voor het afstellen van gegevens voor het vermogen bij geen flow.
Option:
[0] *
Uit
[1]
Ingesch.
NB!
Autosetup moet worden uitgevoerd wanneer het systeem de normale bedrijfstemperatuur heeft bereikt!
NB!
Het is belangrijk dat Par. 4-13
drijfssnelheid van de motor!
Het is belangrijk om de Autosetup uit te voeren alvorens de ingebouwde PI-regelaar te configureren, aangezien de instellingen zullen
worden gereset wanneer de instelling in Par. 1-00
NB!
Voer de fijnafstelling uit met de instellingen in Par. 1-03
22-21 Detectie laag verm.
Option:
[0] *
Uitgesch.
[1]
Ingesch.
Functie:
In de loop der tijd levert de integrator een bijdrage aan het vermogen van de PID-regelaar zolang
er een verschilt bestaat tussen de referentie/het setpoint en de terugkoppelingssignalen. De bij-
drage is proportioneel met de hoogte van de afwijking. Dit zorgt ervoor dat de afwijking (fout) in
de buurt van nul komt.
Een snelle reactie op een afwijking wordt verkregen wanneer de integratietijd wordt ingesteld op
een lage waarde. Een te lage waarde kan er echter toe leiden dat de regelaar instabiel wordt.
De ingestelde waarde is de tijd die de integrator nodig heeft om dezelfde bijdrage te leveren als het
proportionele deel voor een bepaalde afwijking.
Wanneer de waarde wordt ingesteld op 10.000 zal de regelaar werken als een echte proportionele
regelaar met een P-band die is gebaseerd op de ingestelde waarde in Par. 20-93
sterking
. Wanneer er geen afwijking is, zal het vermogen van de proportionele regelaar 0 zijn.
Functie:
Wanneer deze parameter is ingesteld op
waarbij de snelheid automatisch wordt ingesteld op circa 50 en 85% van het nominale motortoe-
rental (Par. 4-13
Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
twee snelheden wordt het energieverbruik automatisch gemeten en opgeslagen.
Voordat u autosetup inschakelt:
1.
Sluit de klep(pen) om een situatie zonder flow te creëren.
2.
De frequentieomvormer moet worden ingesteld op
modus
).
Het is belangrijk om ook Par. 1-03
Motorsnelh. hoge begr. [RPM]
Configuratiemodus
Koppelkarakteristiek
Functie:
Wanneer deze parameter is ingesteld op Ingesch. moet de functie Detectie laag verm. worden in-
geschakeld om de parameters in groep 22-3* voor een juiste werking in te stellen!
MG.11.AC.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
7 De frequentieomvormer programmeren
Ingesch
. wordt een autosetupprocedure geactiveerd,
, Par. 4-14
Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
Geen terugk.
Koppelkarakteristiek
Motorsnelh. hoge begr. [Hz]
of Par. 4-14
wordt gewijzigd van
Met terugk.
die ook na de fijnafstelling gewenst zijn.
PID prop. ver-
). Bij deze
(Par. 1-00
Configuratie-
in te stellen.
is ingesteld op de max. be-
naar
Geen terugk.
7
113