INSTELWAARDEN
BEWEGINGSSNELHEDEN
1. Voor de afstelling vereiste meetapparatuur:
-
multimeter (om de spanning te meten)
-
meetadapter (om de stroom te meten)
2. Trek het proportionele ventiel uit het contact
en sluit de meetadapter aan tussen het ventiel
en het contact.
3. Sluit de meetcontacten aan op de multimeter en
selecteer het gewenste gelijkstroombereik
(max. meetstroom I
4. Draai de sleutelschakelaar in stand 3.
5. Zorg ervoor dat de instelbare weerstanden
TR9, TR10, TR11 en TR12 op de circuitkaart zover mogelijk tegen de klok in zijn
gedraaid.
6. Instelling van de min. stroom van de kaart voor het proportionele ventiel
-
de min. stroom wordt met schroef 2 ingesteld
-
door verdraaien van de schroef met de klok mee wordt de stroomsterkte verhoogd
1.
Maximale stroom I
2.
Minimale stroom I
3.
Frequentie-instelling
4.
Intensiteit van de frequentie
5.
Stijgende ramp
6.
Dalende ramp
-
stel de minimale stroom in op I
7. Instelling van de max. stroom van de kaart voor het proportionele ventiel
de max. stroom wordt met schroef 1 ingesteld
-
-
breng de arm omhoog
-
voer de instelling uit tijdens het heffen, als de schroef met de klok mee wordt
gedraaid, neemt de stroomsterkte toe
-
stel de max. stroom in op I
DINO 180XT
=2 A)
max
max
min
=330 mA
min
=1300 mA
max
90
6
5
4
3
2
1