3. Aansluiten van de stroomvoorziening
A. ELEKTRISCHE AANDRIJVING (WISSELSPANNINGSVOEDING)
Terwijl de netspanning is aangesloten wordt de 12 VDC door een aparte voeding geleverd.
-
sluit de netkabel aan op de netspanning
schakel de hoofdschakelaar in (figuur A)
-
om de kracht van de elektromotor optimaal te benutten moet de spanning 230 VAC (-10%/
-
+6%) zijn, de frequentie 50 Hz bedragen en een 10A zekering worden gebruikt (ook de lengte
van de kabel kan van invloed zijn)
B. AANDRIJVING DOOR VERBRANDINGSMOTOR
Als geen netspanning aanwezig is, wordt de 12 VDC door een accu geleverd.
sluit de netkabel NIET (230 VAC) aan
-
schakel de hoofdschakelaar in (figuur A)
-
open de brandstofkraan
-
stel om te starten de choke in werking door de knop op de afdekking van het bedieningspaneel
-
in te drukken
Als de accu leeg is, moet het aggregaat worden gestart door aan de startgreep te
trekken en tegelijk de knop onder op het aggregaat ingedrukt te houden.
Trek voorzichtig aan de startgreep tot u weerstand voelt en trek er dan kort en stevig
aan.
Let op dat de startgreep niet tegen de motor terugschiet.
stel het toerental in op de helft
-
Schakel de motor tussen de werkzaamheden door niet uit, de accu laadt alleen op bij lopende motor.
Als de motor wordt uitgeschakeld, moet de brandstofkraan weer worden gesloten.
Let op! Tijdens het slepen van de hoogwerker moet de brandstofkraan altijd gesloten zijn.
C. GEBRUIK MET DIESELMOTOR
sluit de netkabel NIET (230 VAC) aan
-
schakel de hoofdschakelaar in (figuur A)
-
Zie de aparte handleiding van de dieselmotor, die met de hoogwerker wordt
meegeleverd, voor aanwijzingen m.b.t. het starten van de motor in geval de accu
leeg is.
Schakel de motor tussen de werkzaamheden door niet uit, de accu laadt alleen op bij lopende motor.
Om schade aan de elektronica van de dieselmotor te voorkomen mag de netspanning nooit worden
uitgeschakeld terwijl de motor draait!
4. Open de afdekking op het chassis om toegang tot de bedieningselementen te verkrijgen.
Controleer de toestand van de accu om een betrouwbare werking van de nooddaalfunctie te
garanderen.
De laadtoestand van de accu wordt door middel van LED's aangegeven.
Tijdens het laden brandt de rode LED en is de groene LED uit.
-
als de accu bijna vol is, branden beide LED's
-
als de accu vol is brand de groene LED, terwijl de rode LED knippert
-
als beide LED's tijdens het laden branden, is de accu niet meer bruikbaar
5. Zet de keuzeschakelaar (1) in stand 1 (figuur B).
DINO 180XT
23