FUNCTIE VAN DE BEVEILIGINGEN
1. Stempels figuur A
Een veiligheidseindschakelaar (RK 3) blokkeert de stempels en het aandrijfmechanisme van de
hoogwerker, als de hefarm uit de transportsteun is geheven. De schakelaar bevindt zich aan de
dissel, bij de transportsteun.
2. Heffen van de arm (figuur B)
Alle stempels van de hoogwerker moeten in de steunpositie staan voordat de arm omhoog geheven
wordt. Zorg ervoor dat de wielen vrij van de grond zijn.
De veiligheidseindschakelaars RK 11, RK 12, RK 13 en RK 14 zijn gemonteerd bij de stempels
van het voertuig.
3. Overbelastingsschakelaars (figuren A en C)
Deze veiligheidseindschakelaars verhinderen een overbelasting van de hoogwerker. Bij het bereiken
van een bepaalde waarde onderbreekt de overbelastingsschakelaar RK4 het uitschuiven van de
telescoop en het laten zakken van de arm.
De overbelastingsschakelaar RK5 is bedoeld als back-up voor het geval de schakelaar RK4 niet
werkt.
Zolang het platform binnen het werkbereik blijft, brandt het groene lampje op het bedieningspaneel
van het platform. Als de beweging door de RK4 wordt gestopt, licht het rode lampje op. Als het
rode lampje brandt, zijn alleen bewegingen mogelijk, waarbij de arm zich binnen het werkbereik
bevindt. RK5 dient als back-up voor RK4 door de claxon op het platform in werking te zetten.
4. De noodstopknop stopt de beweging en schakelt het aggregaat onmiddellijk uit.
Om het aggregaat weer te kunnen inschakelen moet de noodstopknop eerst worden
gereset (knop 3 op pagina 14, knop 22 op pagina 18).
Controleer de werking van de beveiligingen - sluit de afdekking van het bedieningspaneel op
het chassis niet met de sleutel af terwijl de hoogwerker in bedrijf is.
DINO 180XT
13