Algemene informatie
2.4 Werkingsprincipe
In een bassin waarin vaste stoffen in het water (of een andere
vloeistof) bezinken, ontstaat er een grens tussen de bezonken
vaste stoffen en de daarboven staande heldere vloeistof. De
afstand van het wateroppervlak is de slibspiegel. De slibhoogte is
de afstand vanaf de bodem van het bassin tot deze grens.
Om precies te zijn; de slibspiegel (resp. de slibhoogte) duidt de
plaats in het bassin aan waar (gezien vanaf het wateroppervlak) het
drogestofgehalte voor het eerst een gedefinieerde grens
overschrijdt. Deze grenswaarde is afhankelijk van de toepassing.
De slibspiegel zal bijvoorbeeld in een voorindikker van een
afvalwaterzuiveringsinstallatie hoger zijn dan in de nabezinking,
waar de bovenstaande vloeistof helder water moet zijn.
De SONATAX sc meet de slibspiegel via een echosignaal (zie
Afbeelding
2) van een ultrasone puls. Dit echosignaal wordt in het
sensormenu SENSOR SETUP (SENSORINSTELLING) \>
ONDERHOUD \> SIGNAAL in de echolijst (zie
ECHO LIJST op
pagina
24) weergegeven. De diepte en de echosterkte worden op
het display met cijfers aangeduid (1 cijfer ca. 1 µV).
Afbeelding 2 Werkingsprincipe
Echo's van lagen die verder zijn verwijderd zijn zachter (zwakker)
dan die van de lagen die dichterbij liggen. De SONATAX sc
compenseert deze verzwakking. Het resultaat wordt op de
SONATAX sc als een profiel aangeduid. De gegevens zijn in het
7