4. INSTALLATIE EN AANSLUITING
Plaats de wijnkoelkast altijd in een droge omgeving en met voldoende luchtverversing. Stel hem niet
bloot aan direct zonlicht en plaats hem niet buiten. Afhankelijk van de klimaatklasse waartoe hij behoort
(vermeld
op
het
typeplaatje
temperatuursomstandigheden worden gebruikt:
Klasse
SN (Sub-normaal)
N (Normaal)
ST (Subtropisch)
T (Tropisch)
Plaats de wijnkoelkast niet in de buurt van warmtebronnen, tenzij dit noodzakelijk blijkt. In dergelijke
gevallen moet u een geschikt isolatiepaneel gebruiken om de correcte werking van het product niet in
gevaar te brengen. Anders moet u het apparaat op tenminste 3 cm van elektrische of gasfornuizen en op
tenminste 30 cm van verwerkingssystemen middels verbranding of radiatoren plaatsen. Om verzekerd te
zijn van een correcte afkoeling van de condensator mag u de wijnkoelkast niet al te dicht tegen de muur
plaatsen. Handhaaf een afstand van tenminste 5 cm tussen de achterkant van het apparaat en de wand.
Achter de wijnkoelkast moet voor een opening worden gezorgd van tenminste 200 cm
de wijnkoelkast onder een schap moet de vrije ruimte ertussen tenminste 5 cm bedragen.
Let goed op bij installatie van het apparaat op parket of linoleumvloeren, om te voorkomen dat de vloer
bekrast of beschadigd raakt.
Zet het apparaat op een horizontaal oppervlak. Gebruik geen frames of dergelijke.
Het apparaat kan vrij tegen een wand, ingebouwd, of naast andere apparaten worden geplaatst (zoals
afgebeeld in de onderstaande figuren).
Instructies voor de installateur
in
de
koelruimte)
kan
het
apparaat
Kamertemperatuur
van +10° C t/m +32° C
van +16° C t/m +32° C
van + 18° C t/m +38° C
van + 18° C t/m + 43° C
onder
verschillende
2
. Bij plaatsing van