Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
Schakelafstanden volgens IEC 60947-5-3:
Typische schakelafstand s
:
typ
Zekere schakelafstand s
:
ao
Zekere uitschakelafstand s
:
ar
Hysterese:
Herhalingsnauwkeurigheid R:
Omgevingsvoorwaarden:
Omgevingstemperatuur:
Opslag- en transporttemperatuur:
Beschermingsklasse:
Trillingsvastheid:
Schokbestendigheid:
Schakelfrequentie f:
Reactietijd:
- Bedieningelement:
- Ingangen:
Risicotijd:
Tijd voor operationeel:
Elektrische gegevens:
Nominale bedrijfsspanning U
:
e
Nominale bedrijfsstroom I
:
e
Minimale bedrijfsstroom I
:
m
Vereiste nominale kortsluitstroom:
Nominale isolatiespanning U
:
i
Nominale impulsspanningsvastheid U
Nullaststroom I
::
o
Lekstroom I
:
r
Veiligheidsklasse:
Overspanningscategorie:
Vervuilingsgraad:
Veiligheidsingangen X1/X2:
Nominale bedrijfsspanning U
:
e1
Stroomverbruik per ingang:
Aanvaarde testimpulsdoor op ingangssignaal:
- bij een testimpulsinterval van:
Classificatie:
Daling:
C1
Veiligheidsuitgangen Y1/Y2:
Nominale bedrijfsstroom l
:
e1
Gebruikscategorie:
Spanningsval U
:
d
Testimpulsduur:
Testimpulsinterval:
Classificatie:
Bron:
C2
Diagnoseuitgang:
Nominale bedrijfsstroom l
:
e2
Gebruikscategorie:
Spanningsval U
:
d
Seriële diagnose:
Bedrijfsstroom:
Bedradingscapaciteit:
Externe beveiliging:
2.6 Veiligheidsclassificatie
Voorschriften:
PL:
Categorie:
PFH:
PFD:
SIL:
Gebruiksduur:
< 2,0 mm
< 0,5 mm
−25 °C ... +70 °C
−25 °C ... +85 °C
IP65 / IP67 / IP69
volgens IEC 60529
10 ... 55 Hz, amplitude 1 mm
30 g / 11 ms
≤ 100 ms
≤ 0,5 ms
≤ 200 ms
24 VDC −15% / +10%
(gestabiliseerde voeding
volgens IEC 60204-1)
:
imp
< 0,5 mA
24 VDC −15% / +10%
(PELV voeding)
≤ 1,0 ms
≥ 100 ms
ZVEI CB24I
Bron:
C1
C2
p-schakelend, kortsluitvast
max 0,25 A
DC-12 U
/I
: 24 VDC / 0,25 A,
e
e
DC-13: U
/I
: 24 VDC / 0,25 A
e
e
U
≤ 0,3 ms
1000 ms
ZVEI CB24I
Daling:
C1
C2
p-schakelend, kortsluitvast
max 0,05 A
DC-12 U
/I
: 24 VDC / 0,05 A,
e
e
DC-13: U
/I
: 24 VDC / 0,05 A
e
e
U
kortsluitvast
150 mA
max 50 nF
smeltveiligheid 2,0 A
ISO 13849-1, IEC 61508, IEC 62061
2,7 x 10
2,1 x 10
geschikt voor toepassingen in SIL 3
3. Montage
12 mm
10 mm
3.1 Algemene montage-instructies
20 mm
Neem ook de opmerkingen van de normen ISO 12100,
ISO 14119 en ISO 14120 in acht
Bevestig de veiligheidssensor en de bediensleutel uitsluitend op vlakke
oppervlakken De universele montagegaten bieden diverse montage-
mogelijkheden met M4 schroeven (aandraaimoment 2,2...2,5 Nm)
De component kan in willekeurige positie gemonteerd worden De
bedrukte oppervlakken van de sensor en de bediensleutel moeten zich
tegenover elkaar bevinden De veiligheidssensor mag uitsluitend in de
1 Hz
zekere schakelafstanden ≤ s
De veiligheidscomponent en de bediensleutel moeten via
geschikte maatregelen (gebruik van eenwegschroeven,
lassen, nieten, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
≤ 2 s
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden
Om een wederzijdse beïnvloeding en een reductie van de
schakelafstanden te vermijden, moeten de volgende opmerkingen in
0,6 A
acht genomen worden:
0,5 mA
• De aanwezigheid van metalen delen in de nabijheid van de sensor
100 A
kan de schakelafstand beïnvloeden
32 V
• Houd metaalspanen uit de buurt van de veiligheidscomponent en de
800 V
bediensleutel
35 mA
• Minimumafstand tussen twee veiligheidsvergrendelingen of andere
systemen met dezelfde frequentie (125 kHz): 100 mm
III
Toebehoren (apart te bestellen)
III
3
Set eenwegschroeven
• 4 stuks M4x25 incl onderlegschijfje, bestelnummer 101217746
• 4 stuks M4x30 incl onderlegschijfje, bestelnummer 101217747
5 mA
Afdichtingskit
• Bestelnummer 101215048
• 8 stoppen en 4 onderlegschijfjes
• voor het afdichten van de montageopeningen en als afstandsstuk
C3
(ca 3 mm) om de reiniging onder het montageoppervlak te
vergemakkelijken
• ook geschikt als manipulatiebeveiliging voor de schroefbevestiging
< 1 V
e
< 2 V
e
e
4
-10
/ h
-5
20 jaar
NL
RSS 36
en ≥ s
gebruikt worden
ao
ar
3