Bedieningshandleiding
Veiligheidsvergrendeling
6.3
Veiligheidsvergrendeling met seriële diagnosefunctie SD
Veiligheidsvergrendelingen met een kabel voor seriële diagnose
bezitten een seriële ingangs- en uitgangskabel in plaats van
de conventionele diagnose-uitgang. Bij de serieschakeling van
veiligheidsvergrendelingen worden de diagnostische gegevens via de
serieschakeling van deze ingangs- en uitgangskabels overgedragen.
Maximaal 31 veiligheidsdvergrendelingen kunnen in serie geschakeld
worden. Voor de evaluatie van de seriële diagnose wordt de
PROFIBUS Gateway SD-I-DP-V0-2 of de Universal Gateway
SD-I-U-... gebruikt. Deze interface voor seriële diagnose wordt als slave
geïntegreerd in een bestaand veldbussysteem. De diagnosesignalen
kunnen op die manier via een PLC geëvalueerd worden.
De responsedata en de diagnosegegevens worden voor iedere
veiligheidsvergrendeling in de keten automatisch en permanent in een
ingangsbyte van de PLC geschreven. De oproepgegevens voor iedere
veiligheidsvergrendeling worden telkens via een uitgangsbyte van de
PLC aan de component overgedragen. Als er een communicatiefout
tussen de veldbus gateway en de veiligheidsvergrendeling optreedt,
dan behoudt de veiligheidsvergrendeling haar schakeltoestand.
Fout
Er heeft zich een storing voorgedaan, waardoor de veiligheidsuitgangen
uitgeschakeld werden. De fout wordt gereset, als de oorzaak wegvalt en bit
7 van de oproepbyte van 1 in 0 wijzigt of de deur geopend wordt.
Storingen aan de veiligheidsuitgangen worden pas na de volgende vrijgave
gewist, omdat de foutoplossing niet eerder gedetecteerd kan worden.
Tabel 3: I/O gegevens en diagnosegegevens
Bitnr.
Commandobyte
Bit 0:
Magneet in, onafhankelijk van
arbeids- of ruststroomprincipe
Bit 1:
---
Bit 2:
---
Bit 3:
---
Bit 4:
---
Bit 5:
---
Bit 6:
---
Bit 7:
Fout reset
1)
na 30 min -> fout
De beschreven toestand wordt bereikt als bit = 1
7.
Gebruik en onderhoud
7.1
Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Stevige bevestiging van bediensleutel en veiligheidsvergrendeling
2. Juiste uitvoering van de wartelinvoer en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
7.2
Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en
functietest aan, inclusief de volgende stappen:
1. De veiligheidsvergrendeling en bediensleutel op juiste
bevestiging controleren
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Controle van de kabelinvoer en -aansluitingen
8
Antwoordbyte
Veiligheidsuitgang ingeschakeld
Bediensleutel gedetecteerd
Bediensleutel gedetecteerd en
vergrendeld
---
Toestand ingang X1 en X2
Deur gedetecteerd
Foutwaarschuwing
1)
Storing
(vrijgavecontact uitgeschakeld)
NL
Wordt meer dan een fout aan de veiligheidsuitgangen of een
dwarssluiting tussen Y1 en Y2 gedetecteerd, dan vergrendelt
de veiligheidsvergrendeling automatisch elektronisch.
Fouten kunnen dan niet meer op een normale manier
worden gereset. Om deze vergrendeling te resetten, moet de
veiligheidsvergrendeling na het opheffen van de foutoorzaken
eenmaal van de voedingsspanning gescheiden worden.
Foutwaarschuwing
Er heeft zich een storing voorgedaan, waardoor de veiligheidsuitgangen
na 30 minuten uitgeschakeld worden. De veiligheidsuitgangen blijven
in eerste instantie ingeschakeld. Hierdoor kan het proces op een
gecontroleerde manier stopgezet worden. Een foutwaarschuwing wordt
verwijderd als de fout-oorzaak opgeheven wordt.
Diagnose fout (waarschuwing)
Van iedere storing die in de antwoordbyte gemeld wordt, kan
uitgebreide foutinformatie uitgelezen worden.
Accessoires voor de serieschakeling
Voor een comfortabele bekabeling en serieschakeling van SD
componenten zijn de aansluitstekkers en de SD-verdelers SD-2V-F-SK
(variant in gesloten behuizing voor gebruik ter plaatse) en SD-2V-S-SK
(variant voor installatie op DIN rail in de schakelkast) verkrijgbaar.
Bij het bekabelen van SD componenten moet rekening
worden gehouden met de spanningsval op de kabels en de
stroombelastbaarheid van de individuele componenten.
Diagnose foutwaarschuwing
Storing uitgang Y1
Storing uitgang Y2
Dwarssluiting
Temperatuur te hoog
---
Interne storing
Communicatiefout tussen de veldbus
gateway en de veiligheidsvergrendeling
Te lage bedrijfsspanning
Tijdens alle bedrijfsmatige levensfasen van de
veiligheidsschakelcomponent moeten constructief
en organisatorisch geschikte maatregelen voor de
manipulatiebeveiliging of tegen het manipuleren van de
veiligheidsvoorziening, bijvoorbeeld door het gebruik van een
vervangende bediensleutel, getroffen worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
8.
Demontage en afvalverwijdering
8.1
Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
8.2
Afvalverwijdering
De veiligheidscomponent moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
AZM201
Diagnose storing
Storing uitgang Y1
Storing uitgang Y2
Dwarssluiting
Temperatuur te hoog
Foutieve of defecte
bediensleutel
Interne storing
---
---