Tijdelijke
Houd ingedrukt om de schroef op de ingestelde
schroefrege-
snelheid in te schakelen.
ling
Laat los om de schroef uit te schakelen.
Snelheids-
Draai het wiel van u af om de snelheid van de
wiel
schroef of de cruise control te verhogen.
Draai het wiel naar u toe om de snelheid van de
schroef of de cruise control te verlagen.
OPMERKING: Het snelheidswieltje is niet actief
wanneer virtueel anker is ingeschakeld.
Stuurpedaal Druk het pedaal met uw tenen in om de motor
rechtsom te draaien.
Druk het pedaal met uw hak in om de motor linksom
te draaien.
OPMERKING: Als virtueel anker of vaste voorlig-
gende koers is ingeschakeld, of als u een route volgt,
drukt u het pedaal in om handmatige bediening te
hervatten met de vorige schroefsnelheid.
Status-
Geeft de status van het voetpedaal aan
lampje
cator, pagina
Continue
Druk hierop om de propeller in en uit te schakelen
schroefbe-
(De schroef in- en uitschakelen, pagina
diening
Vaste voor-
Druk hierop om de huidige voorliggende koers aan te
liggende
houden
(Uw voorliggende koers aanhouden,
koers
pagina
7).
Druk hierop om vaste voorliggende koers uit te
schakelen, de schroef te stoppen en de handmatige
bediening te hervatten.
TIP: U kunt deze functie uitschakelen als u dat wilt
(De functie Vaste voorliggende koers op het voetpe-
daal uitschakelen, pagina
Ankerver-
Druk hierop om virtueel anker in te schakelen. De
grendeling
ankervergrendeling gebruikt de elektrische motor om
uw positie vast te houden
pagina
7).
Druk hierop om virtueel anker uit te schakelen en
terug te keren naar de vorige stuurmodus.
Batterijen plaatsen
Het voetpedaal werkt op twee AA-alkalinebatterijen, NiMH- of
lithiumbatterijen (niet meegeleverd). Gebruik lithiumbatterijen
voor de beste resultaten.
1
Til de voorkant van het voetpedaal zo ver mogelijk omhoog.
2
Knijp de zijkanten van het batterijdeksel
deksel omhoog om het te verwijderen.
Voetpedaal
(Statusindi-
5).
6).
5).
(Uw positie vasthouden,
in en trek het
3
Plaats twee AA-batterijen met de contacten in de juiste
richting.
4
Plaats het batterijdeksel over de batterijen en duw het
omlaag totdat beide zijden op hun plaats klikken.
Het voetpedaal koppelen
Het voetpedaal is in de fabriek gekoppeld aan de trollingmotor,
maar mogelijk moet u deze opnieuw koppelen als de verbinding
verbroken is.
1
Schakel de trollingmotor in.
2
Druk drie keer op
op het paneel van de trollingmotor om de
koppelmodus te activeren.
op het paneel van de trollingmotor brandt blauw als er een
verbinding wordt gezocht.
3
Zorg dat het voetpedaal zich op minder dan 1 m (3 ft.)
afstand van het scherm op de trollingmotor bevindt.
4
Sluit het voetpedaal aan op de voeding met de
voedingskabel of plaats batterijen om het in te schakelen.
5
Houd binnen 30 seconden na het intrappen van het pedaal
ingedrukt totdat de status-LED op het voetpedaal blauw
brandt.
6
Laat
los.
De status-LED op het voetpedaal brandt blauw als er een
verbinding wordt gezocht en gaat vervolgens uit als er een
verbinding met de trollingmotor is vastgesteld.
op het paneel van de trollingmotor wordt groen als de
verbinding is gemaakt.
Statusindicator
Het lampje op het voetpedaal geeft de status van het voetpedaal
aan.
Brandt groen
Het voetpedaal wordt ingeschakeld.
Brandt blauw
Het voetpedaal is bezig met koppelen. Het lampje
gaat uit wanneer er verbinding wordt gemaakt met
de trollingmotor of wanneer er een time-out optreedt
bij het koppelingsproces zonder verbinding te
maken.
Knippert groen
Het voetpedaal is verbonden met de trollingmotor
wanneer u op
en verzendt een opdracht voor de ingedrukte knop.
een knop drukt
Knippert rood
Het voetpedaal is niet verbonden met de trolling-
wanneer u op
motor.
een knop drukt
Uit
Het lampje gaat uit wanneer het pedaal met de trol-
lingmotor verbonden is en geen opdrachten
verzendt. Dit verlengt de levensduur van de batterij.
De functie Vaste voorliggende koers op het
voetpedaal uitschakelen
U kunt de functie Vaste voorliggende koers op het voetpedaal
uitschakelen om te voorkomen dat deze per ongeluk wordt
ingeschakeld.
5