Naar een waypoint navigeren
1
Selecteer
> Waypoints op de afstandsbediening.
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde waypoints
weergegeven.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Navigate To.
4
Schakel de schroef in
(De schroef in- en uitschakelen,
pagina
6).
De trollingmotor navigeert naar de waypointlocatie
(Navigeren, pagina
9).
Waypointgegevens bekijken
1
Selecteer op de afstandsbediening
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde waypoints
weergegeven.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Review.
Een waypointnaam bewerken
1
Selecteer
> Waypoints op de afstandsbediening.
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde waypoints
weergegeven.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Edit.
4
Voer een nieuwe naam voor het waypoint in.
Een waypoint verwijderen
1
Selecteer op de afstandsbediening
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde waypoints
weergegeven.
2
Selecteer een waypoint.
3
Selecteer Delete.
Routes
Een route bestaat uit een serie locaties op weg naar uw
eindbestemming.
Wanneer u de trollingmotor aansluit op een kaartplotter, worden
de routes die zijn opgeslagen op de kaartplotter
gesynchroniseerd met de routes die zijn opgeslagen op de
trollingmotor. Als u routes op het ene toestel verwijdert of
bewerkt, worden de routes die op het andere toestel zijn
opgeslagen automatisch gewijzigd. Alleen op de kaartplotter
kunt u routes maken.
U kunt maximaal 100 routes opslaan.
Een route navigeren
1
Selecteer op de afstandsbediening,
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde routes
weergegeven.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Navigate To.
4
Selecteer een optie:
• Selecteer Forward om de route te navigeren vanaf het
beginpunt dat is gebruikt bij het maken van de route.
• Selecteer Backward om de route te navigeren vanaf het
bestemmingspunt van de route dat is gebruikt bij het
maken van de route.
• Als u van uw huidige locatie naar het begin van de route
wilt navigeren en vervolgens langs de route wilt navigeren,
selecteert u From Start.
5
Schakel de schroef in
(De schroef in- en uitschakelen,
pagina
6).
De elektrische motor navigeert langs de route in de gekozen
richting
(Navigeren, pagina
8
> Waypoints.
> Waypoints.
> Routes.
9).
Wanneer u het einde van de route nadert, schakelt de
elektrische motor standaard over op de ankervergrendeling en
houdt deze de positie aan het einde van de route vast. Dit
gedrag kan worden gewijzigd in de instellingen
motorinstellingen, pagina
9).
Routedetails weergeven
1
Selecteer
> Routes op de afstandsbediening.
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde routes
weergegeven.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Review.
Een routenaam bewerken
1
Selecteer
> Routes op de afstandsbediening.
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde routes
weergegeven.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Edit.
4
Voer een nieuwe naam voor de route in.
Een route verwijderen
1
Selecteer
> Routes op de afstandsbediening.
Er wordt een lijst met de tien dichtstbijzijnde routes
weergegeven.
2
Selecteer een route.
3
Selecteer Delete.
Sporen
Een spoor (track) is een registratie van de door uw boot
afgelegde weg. Het spoor dat momenteel wordt geregistreerd is
het actieve spoor. Dit kan worden opgeslagen. U kunt maximaal
vijftig tracks opslaan.
Wanneer u de trollingmotor op een kaartplotter aansluit, worden
de actieve track en de opgeslagen tracks op de kaartplotter
gesynchroniseerd met de actieve tracks en de opgeslagen
tracks op de trollingmotor. Door actieve en opgeslagen tracks op
het ene toestel toe te voegen, te verwijderen of te bewerken,
worden de actieve en opgeslagen tracks op het andere toestel
automatisch gewijzigd.
De actieve track opslaan
De track die momenteel wordt geregistreerd, wordt de actieve
track genoemd. U kunt de actieve track opslaan en later langs
deze route navigeren.
U kunt maximaal 50 tracks opslaan op de trollingmotor.
1
Selecteer op de afstandsbediening de optie
Save Active Track.
De actieve track wordt opgeslagen met de huidige datum als
de naam van de track.
2
Wijzig de naam van de opgeslagen track (optioneel).
De actieve track wissen
Selecteer
> Tracks > Clear Active Track.
Het spoorgeheugen wordt gewist, maar het huidige spoor
wordt wel opgeslagen.
Naar het begin van de actieve track navigeren
De track die momenteel wordt geregistreerd, wordt de actieve
track genoemd. U kunt vanaf uw huidige positie langs de route
die u hebt afgelegd terug navigeren naar het vertrekpunt van de
actieve track.
1
Selecteer
> Tracks > Backtrack.
2
Schakel de schroef in
(De schroef in- en uitschakelen,
pagina
6).
(Elektrische
> Tracks >
Bediening