Tips
Als er kreukels ontstaan bij het invoeren
van het wasgoed, onderbreekt u het
strijkproces, trekt u het stuk wasgoed
wat terug en strijkt u het glad met uw
handen. U kunt het stuk wasgoed op
de plaats van de kreukel natmaken met
een vochtige spons of doek.
Gebruik zoveel mogelijk de hele breed-
te van de strijkrol, zodat de
omwikkeling van de strijkrol gelijkmatig
glad blijft.
Bij kleine stukken wasgoed, zoals
zakdoeken, gebruikt u afwisselend de
rechter- en de linkerkant van de
strijkrol.
Bij stukken wasgoed met uitstekende
knopen zorgt u ervoor dat de knopen
gericht zijn naar de strijkrol, zodat ze in
de elastische omwikkeling van de
strijkrol kunnen worden gedrukt.
Wasgoed met ritssluitingen, metalen
knopen en metalen haken bedekt u met
een doek om de strijkzool te bescher-
men.
Knopen die niet hittebestendig zijn of
erg uitsteken, zoals bolvormige knop-
pen, mag u niet strijken. Anders kan de
strijkzool beschadigd raken.
Als u bijna klaar bent met strijken, kunt
u de temperatuurkiezer al op I zetten.
De strijkzool blijft nog warm genoeg om
de laatste stukken wasgoed te strijken.
Na het strijken
^ Schakel de strijkmachine uit.
^ Schakel de schakelaar Q (stoom) uit.
^ Zet de temperatuurkiezer op I.
^ Trek de stekker uit het stopcontact.
Om de strijkmachine op te bergen:
^ Laat de strijkzool afkoelen.
^ Maak het waterreservoir leeg.
^ Klap de strijkmachine op.
^ Wikkel het aansluitsnoer op.
^ Schuif de hoes erover.
Berg de strijkmachine niet op in een
vertrek waar het kan vriezen. Als
resterend water in het waterreservoir
en de stoomslang bevroren raakt,
kan dit het toestel beschadigen.
Strijken
23