Rolsnelheid instellen
U kunt de draaisnelheid van de strijkrol
instellen op vijf standen, van laag (ca. 2
m/min.) tot hoog (ca. 4,5 m/min.).
Een lage rolsnelheid is geschikt om
wasgoed met een ingewikkelde vorm te
strijken, zoals overhemden of bloezen.
Ook wanneer u wasgoed met meerdere
lagen strijkt, is een lage rolsnelheid aan
te raden. Een of twee doorvoeren zijn
vaak voldoende om het wasgoed glad
en droog te strijken.
Dunne stukken wasgoed die uit één
laag bestaan kunnen met een hoge
snelheid worden gestreken. Denk bij-
voorbeeld aan zakdoeken of
keukenhanddoeken.
^ Zet de rolsnelheidsregelaar op de
gewenste stand.
Strijken
U kunt het strijkproces regelen via de
voetschakelaar. Er zijn drie standen:
– Strijkzool laten terugwijken
– Stomen/persen
– Strijken (strijkzool laten neerdalen)
Om te strijken:
^ Druk de voetschakelaar helemaal in.
,
Plaats uw vingers niet tussen de
strijkzool en de strijkrol. Het gevaar
bestaat dat uw vingers vast komen
te zitten of dat u zich verbrandt.
Om te stomen/persen:
^ Druk de voetschakelaar helemaal in
en til uw voet vervolgens wat om-
hoog. De strijkrol stopt terwijl de
strijkzool in de neergedaalde stand
staat.
Om de strijkzool te laten terugwijken:
^ Haal uw voet van de voetschakelaar.
Strijken
21