Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
IPv4-instelling
OPMERKING
Als het gebruikersverificatiescherm verschijnt, meld u dan aan met een gebruikersnaam die de bevoegdheden heeft
om deze instelling te configureren. Als u uw aanmeldingsgebruikersnaam of wachtwoord niet weet, neem dan contact
op met uw beheerder.
1
2
Roep het scherm op.
[Systeemmenu/Tellers]-toets > [▲] []-toets > [Systeem/Netwerk] > [OK]-toets > [▲] []-
toets > [Netwerk inst.] > [OK]-toets > [▲] []-toets > [Inst.bdr.netwk.] > [OK]-toets >
[▲] []-toets > [TCP/IP instel.] > [OK]-toets > [▲] []-toets > [IPv4 Instelling] > [OK]-toets
Configureer de instellingen.
Bij gebruik van DHCP server
•
[DHCP]: Aan
Bij het instellen van het statische IP-adres
•
[DHCP]: Uit
•
[Auto-IP]: Uit
•
[IP-adres]: Voer het adres in.
•
[Subnetmasker]: Geef het subnetmasker op in decimale weergave (0 tot 255).
•
[Default Gateway]: Voer het adres in.
Bij gebruik van de Auto-IP
Voer "0.0.0.0" in [IP-adres] in.
Bij het instellen van de DNS-server
In de volgende gevallen moet het IP-adres van de DNS-server (Domain Name System)
worden ingesteld.
•
Bij gebruik van de hostnaam met "DHCP" instelling op "Uit".
•
Bij gebruik van de DNS-server met IP-adres dat niet automatisch wordt toegewezen door
DHCP.
Selecteer [Auto (DHCP)] of [Handmatig]. Wanneer [Handmatig] is geselecteerd, voer dan
[Primaire server] en [Secundaire server] in.
BELANGRIJK
Start, na het wijzigen van de instelling, het netwerk opnieuw vanaf het Systeemmenu
of zet het apparaat UIT en vervolgens weer AAN.
Raadpleeg de Engelse gebruikers-handleiding
OPMERKING
Vraag vooraf het IP-adres aan uw netwerkbeheerder en houd deze bij de hand wanneer u
deze instelling wenst te configureren.
2-18