Hoe het geluid op een videocassette wordt
opgenomen
De videorecorder neemt het geluid op twee
afzonderlijke geluidssporen op. Hifi-geluid wordt
samen met de beelden op het hoofdspoor
opgenomen. Monogeluid wordt opgenomen op
het normale geluidsspoor op de rand van de
magneetband.
Normaal
geluidsspoor
Hifi-
geluidsspoor
(hoofdspoor)
Opmerkingen
• Als u een videocassette met stereogeluid wilt afspelen,
moet u de A/V-aansluitingen gebruiken.
• Wanneer u een videocassette afspeelt die in mono is
opgenomen, wordt het geluid altijd als monogeluid
weergegeven, ongeacht de instelling die voor
(audio) is gekozen.
Monogeluid
Stereogeluid
(linker- en rechterkanaal)
85