NFC is een draadloze technologie met een maximumbereik van één centimeter, dus de
apparaten die gegevens delen moeten dicht bij elkaar worden gehouden. Voodat u NFC
kunt gebruiken, moet u de functie NFC eerst inschakelen en moet het scherm van het
apparaat actief zijn.
NFC is mogelijk niet beschikbaar in alle landen en/of regio's.
De NFC-functie inschakelen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer....
3
Schakel het selectievakje NFC in.
NFC-detectiegebied
De locatie van het NFC-detectiongebied is niet op alle apparaten dezelfde. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de andere telefoon voor meer informatie wanneer u NFC gebruikt
om gegevens te delen met een ander apparaat.
Een contact delen met een ander apparaat door middel van NFC
1
Zorg ervoor dat de NFC-functie op beide apparaten is ingeschakeld en dat beide
schermen actief zijn.
2
Ga om contacten weer te geven naar uw Startscherm en tik op
vervolgens op
.
3
Tik op het contact dat u wilt delen.
4
Houd uw apparaat en het ontvangende apparaat met de achterzijden tegen elkaar
zodat de NFC-detectiegebieden van beide apparaten elkaar aanraken. Als de
apparaten verbinding maken, trillen ze en spelen ze een kort geluid af. Een icoon
van het contact verschijnt.
5
Tik op de icoon om de overdracht te starten.
6
Als de overdracht is voltooid, worden de contactgegevens weergegeven op het
scherm van het ontvangende apparaat en ook opgeslagen op het ontvangende
apparaat.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
105
en tik