Hoofdstuk 4
Verzendrapport
U kunt het verzendrapport als bewijs
gebruiken dat u een fax hebt verzonden. In dit
rapport worden de naam of het faxnummer
van de afzender, de tijd en de datum waarop
het bericht werd verzonden, de duur van de
transmissie, het aantal verzonden pagina's
en of de fax al dan niet goed is verzonden,
vermeld.
Voor het verzendrapport zijn een aantal
instellingen mogelijk:
Aan: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax.
Aan+Beeld: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
Uit: Drukt een rapport af als uw fax niet
is verzonden door een transmissiefout.
Uit is de standaardinstelling.
Uit+Beeld: Drukt een rapport af als uw
fax niet is verzonden door een
transmissiefout. Een gedeelte van de
eerste pagina van de fax wordt op het
rapport weergegeven.
a
Druk op Menu.
b
Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c
Druk op a of b om Kies rapport te
selecteren.
Druk op OK.
d
Druk op a of b om Verz.rapport te
selecteren.
e
Druk op d of c om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te selecteren.
Druk op OK.
f
Druk op Stop/Exit.
26
Opmerking
4
• Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest,
wordt de afbeelding alleen op het
verzendrapport weergegeven als de
instelling voor direct verzenden
uitgeschakeld is. (Zie Direct verzenden in
hoofdstuk 3 van de Uitgebreide
gebruikershandleiding.)
• Als de transmissie goed is verlopen, wordt
"OK" naast "RESULT" op het
verzendrapport weergegeven. Als de
transmissie niet goed is verlopen, wordt
"FOUT" naast "RESULT" weergegeven.