9
Problemen oplossen
Probleem met het scherm
Het aan/uit-lampje brandt niet. Het scherm wordt
niet ingeschakeld.
Het bericht
Check Signal Cable
weergegeven.
Not Optimum Mode
De beelden op het scherm worden vervormd
weergegeven.
Het scherm is niet helder. Het scherm is vaag.
Het scherm is onstabiel en vertoont trillingen.
Er blijven schaduwen of echobeelden achter op
het scherm.
Het scherm is te helder. Het scherm is te donker.
De schermkleur is inconsistent.
De kleuren op het scherm hebben een schaduw
en worden vervormd.
Het wit lijkt niet echt wit.
Problemen
wordt
wordt weergegeven.
Oplossingen
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten
op het product.
(Zie "2.2 Een pc aansluiten en gebruiken")
Controleer of de kabel goed is aangesloten op het
product.
(Zie "2.2 Een pc aansluiten en gebruiken")
Controleer of het apparaat dat op het product is
aangesloten, is ingeschakeld.
Dit bericht wordt weergegeven als het signaal dat
de grafische kaart uitstuurt, de maximale resolutie
of frequentie van het product overschrijdt.
Wijzig de maximale resolutie en frequentie.
Gebruik waarden die voldoen aan de
productspecificaties. Zie de tabel met
standaardsignaalmodi (pagina 101).
Controleer de kabelaansluiting met het product.
(Zie "2.2 Een pc aansluiten en gebruiken")
Pas de instellingen voor
Coarse
Verwijder alle accessoires (videoverlengkabels,
enzovoort) en probeer het opnieuw.
Stel de resolutie en de frequentie in op het
aanbevolen niveau.
Controleer of de resolutie en de frequentie van de
computer zijn ingesteld binnen een bereik voor de
resolutie en frequentie dat compatibel is met het
product. Wijzig vervolgens, indien nodig, de
instellingen volgens de tabel
Standaardsignaalmodi (pagina 101) in deze
handleiding en het menu
INFORMATION
product.
Pas de instellingen voor
Brightness
aan.
Wijzig de instellingen bij COLOR.
Wijzig de instellingen bij COLOR.
Wijzig de instellingen bij COLOR.
9 Problemen oplossen
en
aan.
Fine
op het
en
Contrast
90