WIFI-indicator (blauw)
Licht
blauw
op wanneer de WIFI-modus is ingeschakeld.
l
Blauw
knipperend als de dashboardcamera verbonden is met de smartphone.
l
REC-indicator (groen/rood)
Licht
groen
op wanneer de opname bezig is.
l
Knippert
groen
l
Licht
rood
op wanneer er een fout is met de geheugenkaart.
l
wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd of tijdens een
Knippert
rood
l
OTA-update (OTA).
Knippert afwisselend
l
MUTE-indicator (oranje)
oranje
op om aan te geven dat de microfoon gedempt is tijdens de opname.
Licht
l
Parkeerindicator (wit)
Licht
wit
op wanneer het systeem naar de parkeerstand gaat.
l
Voeding/Gebeurtenis
Druk kort op de knop om de dashboardcamera in te schakelen.
l
Wanneer de dashboardcamera wordt ingeschakeld, drukt u kort op de knop om
l
een gebeurtenisopname te starten.
Wanneer de dashboardcamera is ingeschakeld, houdt u de knop 5 seconden
l
ingedrukt om de dashboardcamera uit te schakelen.
Knop WIFI/Mute
Houd de knop kort ingedrukt om de microfoon te dempen of dempen ervan
l
ongedaan te maken tijdens de opname.
Houd de knop 5 seconden ingedrukt om de WIFI-modus in of uit te schakelen.
l
wanneer een gebeurtenisopname bezig is.
groen
en
rood
wanneer het batterijvermogen laag is.
5