2. Selectie van de kalibratiecurve
Vanwege het ontelbaar aantal verschillende soorten papier is er geen gestandaardiseerde
toewijzing van een kalibratiecurve. De verschillende curven corresponderen met de
verschillende dichtheden van papier of papierrollen. De onderstaande lijst van
kalibratiecurven toont u suggesties voor de verschillende types papier. Om er zeker van te
zijn dat u de hoogste nauwkeurigheid bereikt wordt tijdens het uitvoeren van een meting
kunt u altijd een vergelijkende meting uitvoeren door eenmaal gebruik te maken van het
online vochtmeetsysteem of door oven droging (volgens DIN 287).
1. Meet het watergehalte van uw papier (op een rol of op een stapel) door alle
kalibratiecurven te gebruiken die realistische resultaten bieden en noteer de
meetresultaten van deze verschillende curven.
2. Noteer vervolgens het effectieve watergehalte zoals vastgesteld door uw online
meetsysteem en voer een referentiemeting uit volgens EN ISO 287.
3. Vergelijk het vastgestelde referentie watergehalte met de opgemeten resultaten
Gebruik de
referentiewaarden ligt. Info: de naam van de geselecteerde kalibratiecurve kan
aangepast worden aan het specifieke papier zodat u het later eenvoudig terug kunt
vinden.
3. Vaststellen van het referentie watergehalte
De vochtmeter PM3 stelt het watergehalte vast, dat wil zeggen dat het de vochtigheid ten
opzichte van de totale massa wordt berekend (EN ISO 287).
GEBRUIKSAANWIJZING Papier vochtmeter PCE-PM3
kalibratiecurven
waarvan het resultaat het dichtst
4
bij de