H
O
O
F
D
S
H
O
O
F
D
B
A
S
I
S
B
B
A
S
I
S
B
P
R
I
N
T
E
P
R
I
N
T
E
3
.
1
N
a
3
.
1
N
a
p
r
i
p
r
i
De verschillende onderdelen van de printer worden met de volgende namen
aangeduid, en worden voor de hieronder beschreven doeleinden gebruikt.
Vooraanzicht
Nr.
Naam
1
Papierlade
2
Multifunctionele lade
(MF lade)
3
Voorklep
4
Bedieningspaneel
5
Face-down lade
6
Papiervanger
7
Uitlaatrooster
8
Inlaatrooster
T
U
K
3
S
T
U
K
3
E
W
E
R
K
E
W
E
R
K
R
R
a
m
e
n
f
u
a
m
e
n
f
u
n
t
e
r
o
n
d
n
t
e
r
o
n
d
5
4
3
2
1
Hier plaatst u papier.
Gebruik deze lade als u bepaalde media met de hand wilt invoeren, zoals
briefkaarten of enveloppen.
Het gearceerde deel van bovenstaande afbeelding. Maak deze klep open
als u vastgelopen papier wilt verwijderen of de printkopcartridge of de
transferrolcartridge wilt vervangen.
Gebruik de toetsen en het scherm voor het beheren van de printer.
Hier worden afgedrukte documenten met de bedrukte zijde naar beneden
uitgeworpen.
Til de papiervanger op om te voorkomen dat bedrukte vellen op de grond
vallen.
Via dit rooster wordt hitte uit het inwendige van de printer afgevoerd. Zorg
dat dit rooster nooit wordt afgedekt.
Om oververhitting te voorkomen, wordt via dit rooster lucht de printer
ingevoerd. Zorg dat dit rooster nooit wordt afgedekt.
I
N
G
E
N
M
I
N
G
E
N
M
n
c
t
i
e
v
a
n
c
t
i
e
v
a
e
r
d
e
l
e
n
e
r
d
e
l
e
n
Omschrijving
3-1
E
T
D
E
E
T
D
E
n
n
6
7
8
9
10
11
12