2. Plaatsingshandleiding
De kachel moet altijd worden geplaatst in over-
eenstemming met nationale, Europese en even-
tuele lokaal geldende voorschriften. Volg de lokaal
geldende bepalingen voor plaatsing van en aan-
sluiting op de schoorsteen. We bevelen aan het
plaatsen van de kachel over te laten aan een pro-
fessionele Heta dealer, of eventueel uw plaatselijke
schoorsteenveger om advies te vragen. NB: als
eigenaar van de kachel bent u er zelf voor verant-
woordelijk dat de geldende regels worden gevolgd.
Een moderne, efficiënte houtkachel stelt hoge
eisen aan de kwaliteit van de schoorsteen, in
verband met het hoge rendement. In sommige
gevallen kan het nodig zijn de schoorsteen ing-
rijpend te verbeteren of geheel te vervangen.
NB
1. Zorg dat eventuele schoonmaakluiken in de
schoorsteen vrij toegankelijk zijn.
2. Zorg voor voldoende frisse lucht in het
vertrek waar de kachel wordt gebruikt.
3. NB: als er afzuigapparatuur in bedrijf is in
hetzelfde vertrek als waar de kachel staat,
kan dit leiden tot te zwakke trek in de schoor-
steen met niet-optimaal branden van de
kachel als gevolg. Er kan dan ook rook uit de
kachel komen als de deur naar de brand
kamer wordt geopend.
4. Zorg dat eventuele luchttoevoerroosters niet
kunnen worden afgedekt.
2.1 Afstandsbepalingen
Er wordt onderscheid gemaakt tussen instal-
latie tegen een brandbare muur en tegen een
niet-brandbare muur. Als een muur van een niet-
brandbaar materiaal is gemaakt, kan de kachel
er in principe geheel tegenaan worden geplaatst.
Wij raden echter minimaal 5 cm aan met het oog
op schoonmaken achter de kachel.
Minimumafstanden tot brandbaar materiaal zijn
af te lezen op het typeplaatje en op het schema
op pagina 17.
2.2 Vloermateriaal
Verzeker u ervan dat de vloer het gewicht kan
dragen van de kachel en de eventueel er bo-
venop geplaatste schoorsteen.
De vloer vóór de houtkachel moet uit onbrandba-
ar materiaal bestaan, bv. een stalen plaat of een
22
vloer van tegels of plavuizen. De afmetingen van
de niet-brandbare onderlaag, die bescherming
moet bieden tegen de mogelijke gevolgen van
gloeiende sintels die uit de kachel vallen, moeten
voldoen aan nationaal en lokaal geldende regels.
Let met name op de afstand t.o.v. vloeren van
brandbaar materiaal; deze eis geldt ook als er
een metalen of glazen plaat op de vloer wordt
gelegd. Alleen als de vloer onder de plaat van
onbrandbaar materiaal is, vervalt de eis. (Beton,
vloertegels of dergelijke).
Afstanden: zie kacheltabel pagina 17.
2.3 Aansluiting op de schoorsteen
De schoorsteenopening dient aan de nationa-
le en lokale regels te voldoen. Het kanaal mag
echter niet kleiner zijn dan 175 cm
overeenkomt met een diameter van ø150 mm.
Als er een smoorklep in het rookkanaal wordt
gemonteerd mag de resterende opening niet
kleiner zijn dan 20 cm
Als de lokale regels dit toestaan kunnen er twee
dichte kachels op dezelfde schoorsteen wor-
den aangesloten. Let echter op de lokale eisen
m.b.t. de afstand tussen de twee aansluitingen.
Een houtkachel mag nooit worden aangeslo-
ten op een kanaal waar ook een gashaard op
aangesloten is.
Effectief stoken stelt
hoge eisen aan de
schoorsteen:
laat een schoorsteenveger
of erkend installateur
de situatie beoordelen.
Aansluiting op een gemetselde
schoorsteen
De schoorsteenmof wordt ingemetseld en het
rookgaskanaal hier doorheen gevoerd.
De muurhuls of het rookgaskanaal mag niet in
het schoorsteenkanaal zelf naar binnen steken,
maar mag alleen tot aan de binnenzijde ervan
worden ingevoerd omdat de schoorsteen anders
niet goed kan worden geveegd.
Zowel de aansluiting tussen muurhuls en rook-
2
, hetgeen
2
.