27-BEVEILIGINGEN EN ALARMEN
HET IS VERBODEN DE VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN ONKLAAR TE MAKEN
Indien de kachel NIET wordt gebruikt zoals voorgeschreven in onderhavige handleiding, wijst de fabrikant
alle aansprakelijkheid af in geval van materiële en lichamelijke schade. Bovendien wijst de fabrikant elke
aansprakelijkheid af voor schade aan personen of zaken, veroorzaakt door het niet naleven van de regels, aangeduid
in deze handleiding. Daarnaast:
•
Wanneer het onderhoud, reiniging en reparaties uitgevoerd worden, moeten alle benodigde maatregelen en/
of voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
•
Knoei niet met de veiligheidsvoorzieningen.
•
Verwijder de veiligheidsvoorzieningen niet.
•
De kachel moet aangesloten worden op een doeltreffend systeem voor de rookafvoer.
•
Controleer op voorhand of het vertrek, waar hij wordt geïnstalleerd, voldoende is verlucht.
Pas nadat de oorzaak van de inwerkingtreding van het veiligheidssysteem verholpen is, kan het product weer
ingeschakeld worden zodat de automatische werking van de sonde wordt hersteld. Om te weten welke storing
zich voordeed, moet deze handleiding geraadpleegd worden; voor ieder alarmbericht dat door het toestel wordt
weergegeven, wordt uitgelegd hoe gehandeld moet worden om het probleem te verhelpen.
44