Warmte en ventilatie
GEVAAR
Computers, netvoedingsadapters en veel accessoires genereren warmte als ze aan staan en als een
batterij wordt opgeladen. Door hun compacte formaat kunnen notebookcomputers een aanzienlijke
hoeveelheid warmte produceren. Neem daarom altijd de volgende elementaire
voorzorgsmaatregelen:
• Als de computer aan staat of als de batterij wordt opgeladen, kunnen de onderkant, de polssteun
en bepaalde andere onderdelen warm worden. Houd de computer niet te lang op schoot en houd
uw handen of enig ander lichaamsdeel niet te lang tegen een warm onderdeel van de computer
aan. Als u het toetsenbord gebruikt, leg uw handen of polsen dan niet gedurende langere tijd op
de polssteun. Tijdens de normale werking produceert de computer enige warmte. De
hoeveelheid warmte hangt af van de mate van systeemactiviteit en het oplaadniveau van de
batterij. Bij langdurig contact met uw lichaam kunnen er, ook door uw kleding heen, ongemakken
en zelfs brandwonden ontstaan. Onderbreek uw werk met het toetsenbord daarom af en toe en
haal uw handen van de polssteun. Let erop dat u het toetsenbord niet te lang gebruikt.
• Gebruik de computer niet en laad de batterijen niet op in de buurt van licht ontvlambare of
explosieve materialen.
• Ventilatieopeningen, ventilatoren en/of koelribben maken deel uit van het product omwille van de
veiligheid, het comfort en een betrouwbare werking. Deze voorzieningen kunnen per ongeluk
geblokkeerd raken als u het product op een bed, zitbank, vloerkleed of andere zachte
ondergrond plaatst. Zorg ervoor dat deze voorzieningen nooit geblokkeerd, bedekt of
uitgeschakeld raken.
• Als de computer via de netvoedingsadapter is aangesloten op het stopcontact, wordt de adapter
warm. Zorg dat de adapter op dergelijke momenten niet tegen uw lichaam komt. Gebruik de
netvoedingsadapter nooit om u eraan op te warmen. Bij langdurig contact met uw lichaam
kunnen er, ook door uw kleding heen, brandwonden ontstaan.
Neem voor uw eigen veiligheid en voor het in stand houden van een optimale werking van de
computer altijd de volgende elementaire voorzorgsmaatregelen:
• Houd de kap gesloten zolang de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer regelmatig of de buitenkant van de computer niet bestoft is.
• Verwijder al het stof uit de ventilatiesleuven en -openingen in de frontplaat. Als de computer in
een stoffige of drukke omgeving staat, kan het nodig zijn de computer vaker schoon te maken.
• Houd de ventilatieopeningen vrij en zorg dat er niets vóór staat.
• Plaats de computer tijdens het gebruik niet in een kast of ander meubelstuk, want dit vergroot de
kans dat de computer oververhit raakt.
• De lucht die in de computer wordt gezogen, mag niet warmer zijn dan 35 °C.
97