Gebruikershandleiding van de Koepel netwerksnelheid E-serie
Voordat u begint:
Gebruik de SNMP-software en stel deze in op de camera-informatie te ontvangen via de
SNMP-poort voordat u de SNMP instelt. Door instellen van het Trap-adres kan de camera de
berichten voor alarmgebeurtenissen en uitzonderingen naar de meldkamer sturen.
De SNMP-versie die u selecteert moet dezelfde zijn als die van de SNMP-software.
Stappen:
1. Ga naar de interface SNMP-instellingen:
Configuration > Network > Advanced Settings > SNMP
2. Schakel de bijbehorende selectievakjes in voor (Enable SNMP v1, Enable SNMP v2c, Enable
SNMP v3) om de functie in te schakelen.
3. Configureer de SNMP-instellingen.
De configuratie van de SNMP-software moet hetzelfde zijn als de instellingen die u hier
configureert.
© Hikvision
Afbeelding 6–7 SNMP-instellingen
74