Kopieën maken
In dit gedeelte worden de basishandelingen voor normaal kopiëren beschreven.
1.
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
2.
Plaats papier.
3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY).
Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven.
4.
Plaats het originele document op de glasplaat of in de ADF.
5. Bevestig het paginaformaat en de vergroting.
1. Vergroting
2. Paginaformaat
Opmerking
• Als u het paginaformaat, de vergroting, het mediumtype of een andere instelling wilt wijzigen,
drukt u op de knop Menu en gebruikt u de knop
Items voor kopiëren instellen
• Druk op de knop KOPIËREN (COPY) om de vergroting weer in te stellen op 100%.
6. Gebruik de knoppen
7. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als
u in zwart-wit wilt kopiëren.
De printer begint met kopiëren.
Verwijder het origineel van de glasplaat of uit de documentuitvoersleuf nadat het kopiëren is voltooid.
Belangrijk
• Als u het origineel op de glasplaat legt, mag u de documentklep niet openen en het origineel niet
verwijderen terwijl Scannen... (Scanning...) op het scherm wordt weergegeven.
• Als u het origineel in de ADF plaatst, verplaatst u het origineel niet totdat het kopiëren is voltooid.
Opmerking
• Druk op de knop Stoppen (Stop) om het kopiëren te annuleren.
• Als u het origineel op de glasplaat legt, kunt u tijdens het afdrukken de kopieertaak toevoegen.
of de numerieke toetsen om het aantal kopieën in te stellen.
280
om de gewenste instelling weer te geven.