Een component videoapparaat aansluiten
Controleer op het videoapparaat of er ongebruikte componentvideo-uitgangen
beschikbaar zijn:
• Zo ja, ga door met deze procedure.
• Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
De projector aansluiten op een component videoapparaat aansluiten:
1.
Sluit het uiteinde van de component video-naar-VGA-adapterkabel (D-Sub) met
de 3 RCA-connectoren op de component video-uitgangen van het videoapparaat
aan. Zorg dat de kleuren van de stekkers overeenkomen met die van de uitgangen:
groen op groen, blauw op blauw en rood op rood.
2.
Sluit het andere uiteinde van de component video-naar-vga-adapterkabel
(d-sub) (met een d-sub-stekker) aan op de COMPUTER, COMPUTER 1 of
COMPUTER 2-aansluiting op de projector.
3.
Als u tijdens presentaties gebruik wilt maken van de luidspreker(s) (gemengd
monogeluid) van de projector, sluit dan een geschikte audiokabel aan op de audio-
uitgang van het toestel en de AUDIO ingang van de projector.
4.
U kunt zo nodig een tweede audiokabel aansluiten op de AUDIO OUT-aansluiting
van de projector en uw externe luidsprekers (niet meegeleverd).
Als het audiosysteem is aangesloten, kan dit via de schermmenu's (OSD) van de
projector worden bediend. Zie
De geïntegreerde luidspreker wordt gedempt als de AUDIO OUT-aansluiting is
aangesloten.
•
De projector kan alleen gemengd monogeluid afspelen, zelfs als een stereo-ingang is
aangesloten. Zie
•
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat
is ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier
zijn aangesloten.
"Geluidsinstellingen" op pagina 52
"Audioapparaten aansluiten" op pagina 20
voor details.
voor details.
Aansluitingen
21