Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningselementen en functies
Projector
1
2
3
4
5
6
7
1.
Focusring
Hiermee past u de scherpstelling van
het geprojecteerde beeld aan.
"Het beeldformaat en de helderheid fijn
afstellen" op pagina 25
2.
Zoomring
Hiermee past u de grootte van het
beeld aan.
"Het beeldformaat en de helderheid fijn
afstellen" op pagina 25
3.
POWER (Power-lampje)
Brandt of knippert als de projector
wordt gebruikt.
"Indicatoren" op pagina 61
4.
Menu/Exit
Hiermee schakelt u het schermmenu
(OSD) in. Hiermee gaat u terug naar
het vorige schermmenu (OSD), sluit u
het menu en slaat u de menu-
instellingen op.
"De menu's gebruiken" op pagina 26
5.
I
Aan/uit
I
Hiermee zet u de projector stand-by of
schakelt u deze in.
"De projector opstarten" op pagina
"De projector uitschakelen" op pagina 45
10
Inleiding
Voor meer details, zie de informatie
achter het handje
6.
Links/
8
Start de FAQ-functie.
9
"De FAQ-functie gebruiken" op pagina 39
7.
BLANK
10
Hiermee kunt u de schermafbeelding
11
verbergen.
12
13
"Het beeld verbergen" op pagina 38
14
8.
TEMP (waarschuwingslampje
11
temperatuur)
Licht rood op als de temperatuur van
de projector te hoog wordt.
"Indicatoren" op pagina 61
9.
LAMP (waarschuwingslampje lamp)
Geeft de lampstatus aan. Brandt of
knippert als er een probleem is met de
lamp.
"Indicatoren" op pagina 61
10. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste
beeldtiminginstellingen bepaald voor
het weergegeven beeld.
"Het beeld automatisch aanpassen" op
pagina 24
11. Keystone/pijltoetsen
(
/ Omhoog,
Hiermee corrigeert u handmatig de
vervormde beelden die door de
projectiehoek worden veroorzaakt.
"Keystone corrigeren" op pagina 25
23,
.
/ Omlaag)
Advertenties
Inhoudsopgave
