18
www.aeg.com
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Pannen
Voor inductiekookzones
creëert een sterk
elektromagnetisch veld de
hitte in de pannen zeer snel.
Gebruik de inductiekookzones met
geschikte pannen.
• De bodem van de pannen moet zo dik
en vlak mogelijk zijn.
• Zorg ervoor dat bodems schoon en
droog zijn voordat de pannen op de
kookplaat worden gezet.
• Schuif of wrijf de pan niet over het
keramische glas, om krassen te
voorkomen.
Panmaterialen
• goed: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt door
de fabrikant).
• niet goed: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
• water op de hoogste kookstand
binnen korte tijd wordt verwarmd,
• een magneet op de onderkant van het
kookgerei plakt.
Afmetingen van pannen
• Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
afmetingen van pannen aan.
• De efficiëntie van de kookzone hangt
samen met de diameter van de pan.
Pannen met een diameter kleiner dan
het minimum ontvangen slechts een
deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd.
• Gebruik zowel om veiligheidsredenen
als voor optimale kookresultaten geen
pannen groter dan aangegeven in de
kookzonespecificaties. Zorg ervoor
dat pannen tijdens het koken niet
dicht bij het bedieningspaneel blijven.
Dit kan invloed hebben op de werking
van het bedieningspaneel of
onbedoeld de kookplaatfuncties
activeren.
7.2 Minimale diameter van het
kookgerei
Kookzone
Diame‐
ter kook‐
gerei
(mm)
Linksachter
125 - 140 1400/2500
Rechtsach‐
145 - 180 1800/2800
ter
Rechtsvoor
145 - 180 1800/2800
Linksvoor
180 - 210 2300/3600
7.3 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
Vermogen (W)