Uw mobiele gegevensverbinding met een ander Bluetooth®-apparaat delen
1
Zorg dat uw apparaat en het Bluetooth®-apparaat met elkaar gekoppeld zijn en
dat mobiele gegevensverkeer op uw apparaat actief is.
2
Uw apparaat: Tik vanaf uw Startscherm op
3
Vind en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot en schuif de
schuifregelaar naast Bluetooth-tethering naar rechts.
4
Bluetooth®-apparaat: Stel het apparaat op zo'n manier in dat voor de
netwerkverbinding Bluetooth® gebruikt wordt Als het apparaat een computer is,
raadpleeg dan de relevante instructies om de opstelling te voltooien. Als het
apparaat onder het besturingssysteem Android™ functioneert, tik dan op het
instellingenpictogram naast de naam van het apparaat waarmee een koppeling is
gemaakt onder Instellingen > Bluetooth > Gekoppelde apparaten, en selecteer
het selectieveld Internettoegang.
5
Uw apparaat: Wacht totdat
is de opstelling voltooid.
6
Om het delen van uw mobiele gegevensverbinding te stoppen, sleept u de
schuifregelaar naast Bluetooth-tethering naar links.
De Bluetooth-tethering-functie wordt telkens uitgeschakeld wanneer u uw apparaat of de
Bluetooth®-functie uitschakelt.
Ga voor meer informatie over het koppelen en het aanzetten van mobiele gegevensverkeer
naar
Uw apparaat met een ander Bluetooth®-apparaat koppelen op pagina 118 en Een
virtueel privénetwerk toevoegen op pagina 44 .
Uw apparaat gebruiken als een draagbare Wi-Fi®-hotspot
1
Tik in het Startscherm op
2
Zoek naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot.
3
Tik op Instellingen mobiele Wi-Fi-hotspot > Wi-Fi-hotspot configureren.
4
Voer de Netwerknaam (SSID)informatie in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren. Voer zo nodig
een wachtwoord in.
6
Tik op Opslaan.
7
en sleep de schuifregelaar naast Draagb. Wi-Fi-hotspot naar rechts.
Tik op
8
Als daarom wordt gevraagd tikt u op OK ter bevestiging.
statusbalk als de draagbare Wi-Fi®-hotspot actief is.
9
Om het delen van uw gegevensverbinding via Wi-Fi® te beëindigen, sleept u de
schuifregelaar naast Draagb. Wi-Fi-hotspot naar links.
Toestaan dat een door WPS ondersteund apparaat uw mobiele gegevensverbinding
gebruikt
1
Zorg ervoor dat uw apparaat is ingesteld als draagbare Wi-Fi®-hotspot.
2
Tik in het Startscherm op
3
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot > Instellingen
mobiele Wi-Fi-hotspot.
4
Sleep de schuifregelaar naast Kan worden gevonden naar rechts.
5
Zorg er onder Wi-Fi-hotspot configureren voor dat uw draagbare hotspot door
een wachtwoord is beveiligd.
6
Tik op WPS-knop en volg de relevante instructies op. U kunt ook op > WPS-
pintikken en vervolgens de pincode invoeren die op het WPS-ondersteunde
apparaat wordt weergegeven.
Uw draagbare hotspot een nieuwe naam geven of beveiligen
1
Tik op het Startscherm op
2
Ga naar en tik op Instellingen > Meer > Tethering/mobiele hotspot.
3
Tik op Instellingen mobiele Wi-Fi-hotspot > Wi-Fi-hotspot configureren.
4
Voer de Netwerknaam (SSID) voor het netwerk in.
5
Tik op het veld Beveiliging om een beveiligingstype te selecteren.
6
Voer een wachtwoord in als dat vereist is.
7
Tik op Opslaan.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
in de statusbalk verschijnt. Wanneer deze verschijnt
.
.
.
42
verschijnt op de