Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Notifier NF3000 Gebruikshandleiding pagina 53

Verberg thumbnails Zie ook voor NF3000:
Inhoudsopgave

Advertenties

VERVOLG VAN DE VORIGE PAGINA
(ALLEEN SENSOREN -
SELECTEER OPTIE,
DAARNA)
NUMERIEKE
INVOER
+ NUMERIEKE
v0303
Bedieningshandleiding NF3000-reeks
(ALLEEN SENSOREN
EN TOEZICHT
MODULES)
INVOER
Opmerking:
Indien een alarmmelding aanwezig is,
dan zullen de volgende weergaven onder
paswoord niveau 3 niet beschikbaar zijn, daar
er onvoldoende ruimte is op het display.
5
Voor sensoren en toezichtmodules kunt u de werking
van de LEDs selecteren. UIT betekent ofwel niet
geactiveerd of "knipperen", indien de centrale zo
geconfigureerd is dat het zo reageert bij een normale
polling. Selecteer de andere opties om een element
gemakkelijk identificeerbaar te maken.
Alleen voor analoge sensoren kan de data van het
element in een datalog worden opgeslagen op
regelmatige tijdsintervallen (bedoeld voor gebruik
met het ondersteuningstool van de NF3000-reeks,
dat op een IBM-compatibele PC loopt):
6
Gebruik de
verschillende sensoren in de geselecteerde zone
te
stappen. De
verwerkingsdata worden constant bijgewerkt (VIEW
data zijn alleen aanwezig indien het element een
VIEW-sensor is. Va is een gemiddelde, dat wordt
gebruikt voor drift compensatie, en bedraagt
normaliter ongeveer 25% - buiten de limietwaarden
5-35% staat de sensor in een storingstoestand. Vs
wijst op een alarmtoestand van de sensor,
gecorrigeerd voor drift compensatie).
7
Om een log op te stellen, geef het nummer in
van de analoge data die moet worden
opgeslagen (tot 4.000 indien er op dat moment
geen andere sensoren worden gelogd; anders
minder). U moet de numerieke druktoetsen
gebruiken om dit te doen. Indien u op de
,
of
op het display het bericht: "Geef een cijfer in
AUB".
Opmerking:
Er kunnen maximaal 28 sensoren
gelijktijdig
gecombineerd totaal van maximaal 4.000
datawaarden die in één keer kunnen worden
opgeslagen. Wanneer de log vol is, blijft het
loggen voor iedere sensor verdergaan, waarbij
de oudste data worden overschreven.
8 Voer het vereiste opname-interval in; een
geheel cijfer van seconden, in het bereik 1 tot
16.000 (net iets minder dan vier en een half
uur).
9 Bevestig de ingevoerde gegevens.
10 Op het display verschijnt dan de datalog. U
kunt het loggen van het element op dat
moment annuleren, door op de 0 toets te
drukken en daarna de annulering te
bevestigen.
48
en
pijlen om tussen de
analoge
data
en VIEW
druktoetsen drukt, verschijnt
worden
gelogd,
met
een
,

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave