Een S-video- of composiet videoapparaat aansluiten
Controleer of er op het videoapparaat een ongebruikte S-Video-uitgang beschikbaar is:
•
Zo ja, ga door met deze procedure.
•
Anders dient u een andere uitgang te selecteren om het apparaat op aan te sluiten.
Als u al een component videoverbinding tussen projector en videoapparaat heeft gemaakt,
hoeft u dit apparaat niet nogmaals via een S-video- of composiet videoverbinding aan te
sluiten. Deze onnodige extra verbinding komt de beeldkwaliteit niet ten goede.
De composiet videoverbinding is alleen nodig als zowel component video als S-video niet
beschikbaar zijn op het videoapparaat (zoals bij bepaalde analoge videocamera's).
Zie
"Videoapparaten aansluiten" op pagina 22
Een S-Video-apparaat aansluiten op de projector:
1.
Sluit het ene uiteinde van een S-Videokabel/Videokabel en sluit het andere eind aan op
de S-Video/Video-uitgang van het videoapparaat.
2.
Sluit het andere uiteinde van de S-Videokabel/Videokabel aan op S-VIDEO/
VIDEO-aansluiting van de projector.
In het onderstaande diagram vindt u een overzicht van de benodigde verbindingen.
Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt
ingeschakeld en de juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is
ingeschakeld en goed werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn
aangesloten.
24
Aansluitingen
AV-apparaat
voor details.
Videokabel
of
S-Videokabel