20. Houd vingers, haar en kleding weg van de
bewegende loopbandriem. De loopband kan
hoge snelheden bereiken. Pas de snelheid
geleidelijk aan om schokkende versnellingen
te voorkomen.
21. Laat de loopband nooit zonder toezicht
ronddraaien. Verwijder altijd de sleutel, zet
de stroomschakelaar in de stand Off (uit)
(zie tekening op bladzijde 5 voor de loca-
tie van de stroomschakelaar) en haal het
stroomsnoer uit het stopcontact als de loop-
band niet wordt gebruikt.
22. Zet de loopband eerst in elkaar voordat u
deze verplaatst. (Zie MONTAGE op blad-
zijde 7 en DE LOOPBAND INKLAPPEN EN
VERPLAATSEN op bladzijde 27). U moet in
staat zijn om 20 kg veilig op te kunnen tillen
om de loopband te verplaatsen.
23. Als u de loopband inklapt of verplaatst,
controleert u altijd goed of de opbergvergren-
deling het onderstel stevig in de opbergstand
houdt. Gebruik de loopband niet als deze is
ingevouwen.
24. Verander de helling van de loopband niet
door voorwerpen onder de loopband te
plaatsen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
25. Steek nooit een voorwerp in een opening van
de loopband.
26. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de loopband en draai ze goed vast.
GEVAAR:
27.
direct na gebruik uit het stopcontact. Doe dit
ook bij het schoonmaken van de loopband,
voor het plegen van onderhoud en voor het
afstellen zoals staat beschreven in deze
handleiding. Verwijder nooit de motorkap
tenzij een erkende onderhoudsvertegenwoor-
diger u aangeeft dat te doen. Onderhoud,
anders dan de procedures in deze hand-
leiding, dient uitsluitend door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger uitgevoerd te
worden.
28. Te veel oefeningen uitvoeren kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Stop onmiddellijk
en begin met afkoelen als u tijdens het trai-
nen uitgeput raakt, kortademig wordt of pijn
voelt.
4
Trek het stroomsnoer altijd