SYMPTOOM: De schermen van het bedie-
ningspaneel werken niet goed
a. Indien het bedieningspaneel de snelheid en afstand
niet op de juiste wijze registreert, verwijdert u eerst
de sleutel uit het bedieningspaneel en HAALT U
HET STROOMSNOER UIT HET STOPCONTACT.
Verwijder vervolgens de vijf #8 x 3/4" Schroeven
(4), en draai nauwkeurig de Motorkap (65) eraf.
a
65
4
Zoek vervolgens de Snelheidssensor (101) en de
Magneet (103) aan de linkerkant van de Katrol
(53). Draai de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd
met de Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen
de Magneet en de Snelheidssensor ongeveer
3 mm is. Indien nodig maakt u de #8 x 3/4"
Schroef (4) losser, beweegt u de Snelheidssensor
lichtjes en maakt u de Schroef weer vast. Maak de
Motorkap weer vast, en loop een paar minuten op
de loopband om te controleren of de snelheid juist
wordt afgelezen.
Boven-
aanzicht
101
4
3 mm
4
4
4
53
103
30
b. Indien het bedieningspaneel niet goed opstart,
of als het bedieningspaneel vaststaat en niet
reageert, reset u het bedieningspaneel naar de
standaard fabrieksinstellingen. BELANGRIJK:
Door dit te doen, wist u alle aangepaste
instellingen die u aan het bedieningspaneel
hebt gemaakt. Voor het resetten van het bedie-
ningspaneel zijn twee personen nodig. Zet eerst
de stroomschakelaar in de positie Off (uit). Zoek
vervolgens naar de kleine reset-opening (D) aan de
rechterkant van het bedieningspaneel. Gebruik een
gebogen paperclip (E) en houd hiermee de reset-
knop in de opening ingedrukt en laat een tweede
persoon de stroomschakelaar in de reset-positie
(aan) zetten. Blijf de reset-knop (D) ingedrukt
houden tot het bedieningspaneel aan gaat. Als
het resetten voltooid is, zal het bedieningspaneel
uitgaan en dan weer aangaan. Als dat niet gebeurt,
gebruik dan de stroomschakelaar om de loopband
uit en weer aan te zetten. Controleer op firmwa-
re-updates als het bedieningspaneel aan is (zie
stap 5 op bladzijde 24). Let op: Het kan een paar
minuten duren voordat het bedieningspaneel klaar
is voor gebruik.
b
SYMPTOOM: De loopband maakt geen verbinding
met het draadloze netwerk
a. Zorg dat de draadloze instellingen op het bedie-
ningspaneel juist zijn (zie bladzijde 25).
b. Zorg dat de instellingen voor uw draadloze netwerk
juist zijn.
c. Indien u nog vragen heeft, gaat u naar
support.iFit.com.
E
D