CLIMIA
Met het oog op het energieverbruik
heeft de luchtontvochtiging een
doorslaggevend voordeel:
Het energieverbruik beperkt zich
uitsluitend tot het aanwezige
ruimtevolume. De mechanische
warmte die vrijkomt door het
ontvochtigingsproces, wordt weer
naar de ruimte geleid.
Bij het gebruik volgens de
aanwijzingen verbruikt de
luchtontvochtiger slechts ca. 25%
van de energie, die volgens het
principe „verwarmen en ventileren"
zou moeten worden opgebracht.
De relatieve luchtvochtigheid
Onze omgevingslucht is een mengsel
van gas en bevat altijd een bepaalde
hoeveelheid water in de vorm van
waterdamp. Deze waterhoeveelheid
wordt aangegeven in g per kg droge
lucht (absoluut watergehalte).
3
1m
lucht weegt ca. 1,2 kg bij 20 °C
Afhankelijk van de temperatuur kan
iedere kg lucht slechts een bepaalde
hoeveelheid waterdamp opnemen.
Als deze opnamegeschiktheid is
bereikt, is er sprake van "verzadigde"
lucht; deze heeft een relatieve
luchtvochtigheid (r.v.) van 100%.
Met de relatieve luchtvochtigheid
wordt dus de verhouding
aangegeven tussen de hoeveelheid
waterdamp die op dat moment
in de lucht is, en de maximaal
mogelijke hoeveelheid waterdamp
bij gelijke temperatuur.
Het vermogen van de lucht om
waterdamp op te nemen, wordt
hoger naarmate de temperatuur
stijgt. Dat betekent dat het
maximaal mogelijke (= absolute)
watergehalte groter wordt
naarmate de temperatuur stijgt.
12
Temp.
Waterdampgehalte in g/m
°C
40%
-5
1,3
+10
3,8
+15
5,1
+20
6,9
+25
9,2
+30
12,9
Het uitdrogen van materialen
Bouwmateriaal resp.
bouwonderdelen kunnen
aanzienlijke hoeveelheden water
opnemen; bijv. tegels 90-190 l/
m³, zwaar beton 140-190 l/m³,
kalkzandsteen 180-270 l/m³.
Het uitdrogen van vochtige
materialen zoals bijvoorbeeld
metselwerk gaat als volgt:
•
De aanwezige
vochtigheid
verplaatst zich van
de binnenkant van
het materiaal
naar het oppervlakte
•
Aan de oppervlakte vindt een
verdamping plaats = overgang
van waterdamp naar de
omgevingslucht
De luchtstroom wordt op zijn weg door resp. via de verdamper afgekoeld
tot onder het dauwpunt. De waterdamp condenseert en wordt in een
condensval verzameld en afgevoerd.
°C
% r.v.
3
bij een luchtvochtigheid van
60%
80%
1,9
2,6
5,6
7,5
7,7
10,2
10,4
13,8
13,8
18,4
18,2
24,3
•
De met waterdamp verrijkte
lucht circuleert continu door
de luchtontvochtiger. De lucht
wordt ontvochtigd en verlaat
licht verwarmd het apparaat om
opnieuw waterdamp op te nemen
•
De aanwezige vochtigheid in het
materiaal wordt op deze manier
langzamerhand verminderd
Het materiaal wordt droog!
De ontstane condens wordt
verzameld in het apparaat en
afgevoerd.
Verdamper
Condensator
Luchttemperatuur
Luchtrichting
Luchtvochtigheid
Verloop
100%
3,3
9,4
12,8
17,3
23,0
30,3