Tabel 6: Maximale drukken hoofdregelaar
A
F
M
E
T
K
L
E
U
R
H
O
O
F
D
V
E
E
R
K
L
E
P
H
(
N I
W
i
/ t
g
e
l e
A
L
c i
h
b t
a l
u
w
/
g
o r
e
n
A
) 1 (
Z
w
r a
/ t
o r
o
d
A
A
F
M
E
T
M
A
T
E
R
A I
A
L
H
O
O
F
D
M
E
M
B
R
A
A
N
E
L
T
(
N I
5
0
1
7
E
6
7
i N
l i r t
1
0
2
, 5
5
, 0
(
, 1
, 2
1
7
E
6
8
i N
l i r t
8
, 0
1
0
2
0
0
(
, 3
, 4
, 6
1
7
E
9
7
i N
l i r t
A
1
7
E
8
8
F
u l
o
e r
a l
s
o t
m
e
r e
A
. 1
D
e
o r
d
e
e
n
z
w
r a
e t
e v
e r
n
w
o
d r
e
n
u
. 2
V
o
r o
d
u r
v k
r e
c s
i h
e l l
n
b
o
e v
n
2
7
6 ,
b
r a
beschadigd en of er geen vreemde stoffen in de regelaar
terecht gekomen zijn. Voor NPT-schroefdraden: breng
afdichtingsmiddel aan op de uitwendige schroefdraden.
Voor flenzen: gebruik geschikte flenspakkingen en
monteer pijpen en bouten op vakkundige wijze. U kunt de
regelaar in elke gewenste positie installeren (tenzij anders
aangegeven), maar zorg dat de stroming door het klephuis
in de richting van de pijl gaat.
Als u een inlaatzeef (stuklijstno 23) gebruikt,
gebruik dan geen opvulstukje (stuklijstno 23) en
vice versa.
Wanneer u een onderdelenpakket van type EZR
in een bestaand E-klephuis installeert, controleer
dan of de flow omhoog gaat door het midden van
de kooi en omlaag door de kooigleuven. In
sommige gevallen wordt een correcte stromings-
richting bewerkstelligd door het klephuis van de
leiding te verwijderen en om te keren. Verander
in dat geval de stromings-richting pijl zodat deze
de juiste kant op wijst. Als de stroming niet de
juiste kant opgaat, kan dat resulteren in schade.
Inspecteer de regelaar na montage zowel op
afsluiting als eventuele lekkage naar de atmosfeer.
Opmerking
Het is belangrijk dat de regelaar zo geïnstalleerd is
dat het ontluchtingsgat in het veerhuis nooit
belemmerd word. Bij buiteninstallatie mag de
regelaar niet te dicht bij het verkeer geplaatst
worden. Zorg dat er geen water, ijs en andere
vreemde materialen via de ontluchting in het
veerhuis terechtkomen. Plaats de regelaar niet
onder een dakrand of regenpijp en zorg dat de
regelaar boven een eventuele laag sneeuw uitkomt.
Overdrukbeveiliging
De aanbevolen druklimieten zijn op de naamplaat van de
regelaar gedrukt. Als de werkelijke inlaatdruk groter is
dan de maximaal toegestane uitlaatwerkdruk, moet er
overdrukbeveiliging
N I
G
E
N
M
A
I X
M
A
L
E
N I
L
A
A
T
W
I U
, S
D
N
b
r a
P (
S
G I
C
H
)
e l l
6
9 ,
1 (
0
e l l
3
4
5 ,
5 (
0
e l l
7
2
4 ,
1 (
0
N I
G
E
N
G
E
D
- E
M
A
I X
M
A
L
E
N I
L
A
A
T
W
, E
D
N
b
r a
P (
S
G I
C
H
)
(
) 2
3
4
5 ,
5 (
0
0
(
) 4
2
4
8 ,
3 (
6
5
0
x
2
5
3
1
7 ,
4 (
6
2
x
) 1
, 0
1
5
, 0
x
1
5
0
2
4
8 ,
3 (
6
8
x
) 6
e l l
7
2
4 ,
1 (
0
e l l
5
1
7 ,
7 (
5
s t i
i u l
e t
n
d
a
a
n
b
e
o v
e l
n
o v
r o
n i
a l
a
d t
u r
k k
e
n
d
4 (
0
0
p
i s
) d
s i
d
e
m
a
i x
m
a
e l
e t
m
p
e
a r
aangebracht
worden.
M
A
I X
M
E
R
K
D
R
U
, K
W
E
R
K
D
R
U
K
V
)
P (
S
) 0
6
9 ,
) 0
3
4
5 ,
5
) 0
5
5
2 ,
M
A
I X
M
E
R
K
D
R
U
, K
W
E
R
K
D
R
U
K
V
)
P (
S
) 0
3
4
5 ,
) 0
2
0
7 ,
) 0
2
7
5 ,
) 0
2
0
7 ,
5
) 0
5
5
2 ,
) 0
3
4
5 ,
b
o
e v
n
d
e
3
4
5 ,
b
r a
5 (
0
0
p
s
g i
. )
u t
r u
o v
r o
u l f
o
e r
a l
s
o t
m
e
r e
6
° 6
C
1 (
5
0
F °
. )
Overdrukbeveiliging moet ook aangebracht worden als
de regelaarinlaatdruk groter is dan de veilige werkdruk
voor apparatuur stroomafwaarts.
Zelfs als de regelaar onder de maximale druklimiet
gebruikt word, kunnen externe bronnen schade
veroorzaken en kunnen er losse stukken in de lijn
terechtkomen. De regelaar moet op schade gecontroleerd
worden na elke overdruksituatie.
Opstarten
De regelaar wordt in de fabriek afgesteld op een punt
ongeveer midden van het veerbereik of de gewenste druk,
dus wellicht moet u de regelaar de eerste keer zelf
bijstellen om de gewenste resultaten te bereiken. Na
voltooiing van de installatie en nadat de ontlastkleppen
correct afgesteld zijn, opent u langzaam de afsluiters
stroomopwaarts en stroomafwaarts.
Afstelling
U kunt de uitlaatdruk veranderen door het afnemen van
de afsluitkap of de borgmoer los te maken en de
instelschroef rechtsom te draaien om de uitlaatdruk te
verhogen, of linksom om de druk te verlagen. Controleer
tijdens het afstellen de uitlaatdruk met een manometer.
Breng de afsluitkap weer aan of zet de borgmoer vast om
de gewenste afstelling te handhaven.
Buiten bedrijf stellen (Uitschakelen)
Ter voorkoming van persoonlijk letsel als gevolg
van plotseling vrijkomende druk, moet u de
regelaar voor demontage van alle druk isoleren.
Controleer of u een kap van het type EZR gebruikt.
De EZR-kap is NIET verwisselbaar met andere
Fisher-kappen voor E-klephuizen. Installatie van
een foute kap kan resulteren in het breken van
de klepsteel en falen van de unit. De kraag is
herkenbaar aan de EZR-markeringen bovenop.
Type EZR
A
A
L
M
A
I X
M
A
L
E
N
E
R
S
C
I H
, L
b
r a
E
N
D
R
U
K
V
E
G I
)
1 (
0
) 0
5 (
0
) 0
5
8 (
0
) 0
7
A
A
L
M
A
I X
M
A
L
E
N
E
R
S
C
I H
, L
b
r a
E
N
D
R
U
K
V
E
G I
)
5 (
0
) 0
5
3 (
0
) 0
5
4 (
0
) 0
3
3 (
0
) 0
3
8 (
0
) 0
7
5 (
0
) 0
5
O
O
D
N I
L
A
A
T
D
R
U
K
) 2 (
R
S
C
H
L I
L
E
N
,
b
r a
d
P (
S
D I
)
6
9 ,
1 (
0
) 0
1
7 ,
7 (
5
) 0
2
4 ,
1 (
0
5
) 0
O
O
D
N I
L
A
A
T
D
R
U
K
) 2 (
R
S
C
H
L I
L
E
N
,
b
r a
d
P (
S
D I
)
1
7 ,
7 (
5
) 0
1
7 ,
7 (
5
) 0
1
7 ,
4 (
6
) 0
4
5 ,
5 (
0
) 0
2
4 ,
1 (
0
5
) 0
1
7 ,
7 (
5
) 0
3