Audiobediening
Tooninstelling
U kunt een tooncurve instellen.
1
Geef het toonscherm weer
Raadpleeg <Equalizer-regeling> (pagina 83).
2
Stel de toon in
2
3
4
1 De tooncurve wordt plat.
2 Instellingen voor lage tonen worden
weergegeven.
3 Instellingen voor middentonen worden
weergegeven.
4 Instellingen voor hoge tonen worden
weergegeven.
5 Stelt de middenfrequentie in.
6 Stelt het niveau in.
7 Stelt de Q-factor in. (Alleen lage tonen en
middentonen kunnen worden ingesteld)
8 Bass DC Extend-instellingen. (alleen
wanneer de hoge tonen zijn geselecteerd)
Als "On" wordt gekozen, wordt de
middenfrequentie van de lage tonen naar
het lage register uitgebreid met ongeveer
20%.
9 Keert terug naar het scherm "Equalizer".
84
DNX7220
1
5
6
7
8
9
Zoneregeling
U kunt de voorste en achterste audiobron
instellen.
1
Geef de zoneregeling weer
Raak
Control Menu" (pagina 82).
1 Geeft de huidige bron weer.
2 Keert terug naar het scherm "Audio Control
Menu".
2
Stel de zoneregeling in
3
3 Zet de zonefunctie (dat verschillende
brongeluiden voor voor- en
achterluidsprekers instelt) aan of uit.
4 Schakelt tussen de voorste en achterste
geluidsbronnen.
(Deze toets verschijnt wanneer de
zonefunctie is ingeschakeld.)
Gebruik "Reverse" om de voorste en
achterste geluidsbronnen om te wisselen.
5 Stelt de audiobron voor en achter
afzonderlijk in.
(Deze toets verschijnt wanneer de
zonefunctie is ingeschakeld.)
⁄
• Wanneer het achterluidsprekergeluid wordt gewijzigd,
wordt de audiobron uitgevoerd via de AV OUTPUT-
aansluiting ook naar dezelfde bron omgeschakeld.
6 Regelt het volume van het achterkanaal.
(Deze toets verschijnt wanneer de
zonefunctie is ingeschakeld.)
aan in het "Audio
1
2
4
5
5
6
7