Voicedialling
U kunt bellen via een spraaklabel dat u aan een contactkaart hebt toegevoegd. U kunt
hiervoor een woord of combinatie van woorden gebruiken.
Houd rekening met het volgende voordat u spraaklabels gebruikt:
• Spraaklabels zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker.
•
U moet het spraaklabel exact zo uitspreken zoals u het hebt opgenomen.
• Spraaklabels zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden. Neem de spraaklabels op en
gebruik ze in een rustige omgeving.
• Erg korte namen worden niet geaccepteerd. Gebruik lange namen en vermijd het
gebruik van soortgelijke namen voor verschillende nummers.
Opmerking:Het gebruik van spraaklabels kan moeilijkheden opleveren in een drukke
omgeving of tijdens een noodgeval. Voorkom dus onder alle omstandigheden dat u
uitsluitend van spraaklabels afhankelijk bent.
Een spraaklabel aan een telefoonnummer toevoegen
Per contactkaart kunt u maar één spraaklabel instellen. U kunt maximaal 25
telefoonnummers een spraaklabel geven.
1 Open in de map Contacten de contactkaart waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen.
2 Ga naar het nummer waaraan u het spraaklabel wilt toevoegen en selecteer Opties→
Spraaklabel toev..
3 Druk op Start om een spraaklabel op te nemen. De starttoon klinkt. Spreek de woorden
die u voor het spraaklabel wilt gebruiken duidelijk in. Wacht tot het opgenomen
spraaklabel wordt afgespeeld en opgeslagen. Aan nummers met het symbool
spraaklabel toegevoegd.
Bellen via een spraaklabel
U moet het spraaklabel precies zo uitspreken als u het hebt opgenomen.
Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Tip! Via
snelkeuzetoetsen kunt u
snel veelgebruikte
nummers bellen. U kunt
aan acht
telefoonnummers een
snelkeuzetoets toewijzen.
Zie 'Een telefoonnummer
bellen met een
snelkeuzetoets' op pag. 28.
Voorbeeld: U kunt
iemands naam gebruiken,
bijvoorbeeld 'Jans
mobieltje'.
Tip! U kunt een lijst
met gedefinieerde
is een
spraaklabels weergeven
door Opties→
Contactinfo→
Spraaklabels te selecteren
in de map Contacten.
51