Onderdeel
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
‡: AUTO
opnamecondities.
De flits wordt automatisch geactiveerd wanneer dit nodig is voor de
opnamecondities.
ˆ:
De flits wordt een keer geactiveerd vóór de eigenlijke opname om het
AUTO/
rode-ogeneffect (ogen van het object die rood worden op het beeld) te
Rode-ogenredu
verminderen en vervolgens opnieuw geactiveerd voor de eigenlijke opname.
¢
ctie
•
‰: Vast
De flits wordt altijd geactiveerd ongeacht de opnamecondities.
•
ingesteld op
AAN
Š:
•
Vast ingesteld
op AAN/
Rode-ogenredu
¢
ctie
Als u beelden maakt met een donker landschap op de achtergrond, maakt
deze functie de sluitertijd langzamer zodra de flits geactiveerd wordt, zodat
‹:
het donkere landschap op de achtergrond helder zal worden. Tegelijkertijd
Langzame
vermindert het rode-ogeneffect.
synchr./Reductie
•
¢
rode-ogeneffect
De flits wordt in geen enkele opnameconditie geactiveerd.
Œ: Vast
•
ingesteld op UIT
¢ De flits wordt twee keer geactiveerd. Het object mag niet bewegen totdat de tweede flits
geactiveerd is.
Gevorderd (Opname van beelden)
Gebruik deze functie wanneer u beelden maakt van personen in slecht
belichte omstandigheden.
Gebruik deze functie wanneer uw object achtergrondbelichting heeft
of onder fluorescent licht staat.
De flitsinstelling is ingesteld op [Š] alleen wanneer u [PARTY] of
[KAARSLICHT] instelt in scènefunctie.
De flitsinstelling is alleen ingesteld op [‹] wanneer u
[NACHTPORTRET], [PARTY], [KAARSLICHT] in scènefunctie
instelt.
Gebruik deze functie om opnamen te maken op plekken waar het
gebruik van een flits niet toegestaan is.
Beschrijving van instellingen
- 52 -
(P60)
(P60)