Richt de AF-zone op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop tot de helft in.
A
D
E F
A Aanduiding voor de scherpstelling
B AF-zone (normaal)
C AF zone (wanneer u de digitale zoom gebruikt of wanneer het donker is)
D Lensopening
E Sluitertijd
F ISO-gevoeligheid
Wanneer er niet op het onderwerp scherpgesteld is (zoals wanneer deze
zich niet in het midden van de samenstelling van het beeld dat u wilt maken-
1
De AF-zone op het onderwerp richten en vervolgens de ontspanknop tot de helft
indrukken om de focus em belichting vast te zetten.
2
De ontspanknop half ingedrukt houden als u het toestel beweegt om het beeld samen
te stellen.
•
U kunt herhaaldelijk de acties in stap
proberen voordat u de ontspanknop volledig indrukt.
Wij raden aan de gezichtsherkenningsfunctie te
gebruiken wanneer u opnamen van mensen
maakt.
(P85)
∫ Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
•
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder contrast
•
Wanneer de display van opneembaar bereik verschenen is in het rood
•
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
•
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
•
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van zowel
onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Het focussen
B
Aanduiding voor
de scherpstelling
C
AF-zone
Geluid
1
opnieuw
Basiskennis
Wanneer er
scherpgesteld is op
het object
Aan
Wit>Groen
Biept 2 keer
bevindt)
- 40 -
Wanneer er niet
scherpgesteld is
op het object
Knippert
Wit>Rood
Biept 4 keer
ISO
ISO
ISO
F3.3
F3.3
F3.3
1/125
1/125
1/125
100
100
100
ISO
ISO
ISO
F3.3
F3.3
F3.3
1/125
1/125
1/125
100
100
100