Aansluitingen
• Sluit microfoons of instrumenten, zoals
synthesizers, aan op kanaalingangen 1–20
(EMX5000-20), 1–12 (EMX5000-12).
• Sluit de hoofdluidsprekers aan op de SPEAKERS
B 1/2 aansluitingen, en sluit de monitorluidspre-
kers aan op de SPEAKERS A 1/2 aansluitingen.
Stel de versterker keuzeschakelaar in op "AUX 1-
MONO."
• Als u gebruik wilt maken van een extern effect
apparaat zoals een delay of reverb, dan moet u de
EFFECT SEND aansluiting van de EMX5000-20/
EMX5000-12 aansluiten op de ingangsaanslui-
ting van het externe effect, en de uitgangsaanslui-
ting van het externe effectapparaat aansluiten op
de ST SUB IN 1 aansluiting van de EMX5000-20/
EMX5000-12.
N.B: Als u gebruik maakt van een extern
effectapparaat, dan raden we u aan om alle
EFFECT knoppen in het digitale effectgedeelte
dicht te draaien. U kunt de uitgang van een
extern effectapparaat aansluiten op kanalen 17/
18 en 19/20 (EMX5000-20), 9/10 van een 11/12
(EMX5000-12) zodat u het effect return signaal
kunt voorzien van een toonregeling. In dit ge-
val moet u er goed op letten dat de EFF 1 (of
EFF 2) knoppen helemaal dichtstaan bij de
kanalen waar het effectgeluid naar toe wordt
gestuurd. Als de EFF 1 (of EFF 2) knoppen
worden opengedraaid, dan zal er terugkop-
peling optreden, waardoor uw luidsprekers
kunnen beschadigen.
Een onafhankelijke mix versturen
naar de monitor luidsprekers
1
Stel de AUX 1 fader in op de "0"stand.
2
Verhoog de stand van de AUX 1 knoppen
bij de kanalen die u wilt horen op de
monitorluidsprekers. Zet de AUX 1 POST
schakelaar uit, in de niet-ingedrukte (pre-
fader) positie.
N.B: De AUX knoppen worden niet beïnvloed
door de niveauinstellingen van de verschillen-
de kanalen. Daarom is het mogelijk om een mix
te creëren die onafhankelijk is van die voor de
hoofdluidsprekers.
3
Stel met de AUX 1 OUT fader in het
hoofdgedeelte het algehele volume in.
Het gebruik van een externe
effectprocessor
In sommige gevallen zult u gebruik willen maken
van een externe effectprocessor.
Volg de hieronder vermelde stappen.
1
Stel de EFF 1 (of EFF 2) knoppen van de
kanalen in waarop u een extern effect wilt
toepassen.
2
Pas het niveau aan van het signaal dat
wordt verstuurd naar de externe effect-
processor, zodat het signaal de ingang
van de externe effectprocessor niet
overstuurt, en het geluid vervormt.
3
Stel het niveau van het effectgeluid in
met de knop van het ST SUB IN kanaal,
waar het bewerkte signaal naar verstuurd
wordt door de externe effectprocessor.
EMX5000-20/EMX5000-12—Gebruikershandleiding
27
Als een band PA