8. AARDING
NL
14
•
Afhankelijk van het klantenspecifiek gebruik van de veiligheidskast kan een aardingsaansluiting vereist zijn. De
beslissing daarover dient te worden genomen aan de hand van een door de klant uit te voeren risicoanalyse.
Aarding bij overgietwerkzaamheden:
De aansluiting aan een potentiaalverbinding is hier absoluut vereist. Kasten waarin overgietwerkzaam-
heden kunnen worden uitgevoerd, zijn bovendien aan de binnenkant met een aardingsklem uitgerust (op
aanvraag, meerprijs), die met de overgietcontainers verbonden dient te worden. Bij kasten van de UB-LINE
met laden is dit standaard.
8.1. AARDINGSBOUT
A
G
Legende
A 1 × schroef M6×30
B 4 × sluitring Ø 6,4
C 2 × veerring Ø 6,4
D 2 × getande borgring Ø 6,4
B
C
B
D
D
B
F
E 1 × moer met klemgedeelte
F aardingsdraad met ringkabelschoen (aansluiting ter
plaatse)
G metalen deel van de veiligheidskast
F
C
B
E