7 - AFWIJKINGEN,/ OORZAKEN,/ OPLOSSINGEN
AFWIJKINGEN
Het gerealiseerde punt houdt niet
of niet goed
Het punt-apparaat dringt door het
plaatwerk heen.
Niet voldoende vermogen met de
C-klem of de X-klem
Niet voldoende vermogen met de
C-klem
GYSPOT BP.LCX
Snelle oververhitting van het
apparaat.
Opzwellen van de vemogenskabel.
Te veel druk tijdens het wisselen
van de X-arm.
GYSPOT BP.LC
Snelle oververhitting van het
apparaat.
Opzwellen van de vemogenskabel.
Abnormale opwarming van het
pistool
Het laspunt houdt niet goed
Onvoldoende vermogen met het
pistool
34
OORZAKEN
De gebruikte caps zijn
versleten
Het plaatwerk is niet correct
afgeschuurd
De ingegeven arm
correspondeert niet met de
geïnstalleerde arm.
De gebruikte caps zijn
versleten
Onvoldoende luchtdruk.
Het oppervlak is niet voldoende
voorbereid.
Probleem met de elektrische
voeding.
De caps zijn zwart geworden of
beschadigd.
Arm niet correct aangedraaid
C-arm afwezig op de C-klem.
Koelvloeistof kabels van de C-
arm niet aangesloten.
Koelvloeistof kabels van de C-
arm niet aangesloten.
Boorkop niet goed
vastgeklemd.
Mantel pistool niet correct
geplaatst.
De massa is niet goed
geplaatst.
De massa maakt geen goed
contact
OPLOSSINGEN
Vervang de caps
Controleer of de oppervlaktes
correct voorbereid zijn
Controleer de in de software
aangegeven arm.
Vervang de caps
Controleer de luchtdruk van
het netwerk
(min : 7 bar)
Bereid het werkoppervlak
correct voor
Controleer de stabiliteit van de
netspanning
Vervang de caps
Raadpleeg het hoofdstuk
instellen van de arm en de
klem
Monteer de C-arm op de C-
klem.
Sluit de kabels voor de
koelvloeistof van de C-arm
aan.
Sluit de kabels voor de
koelvloeistof van de C-arm
aan.
Controleer of de boorkop goed
aangedraaid is, en controleer
de staat van de mantel.
Plaats de mantel zo dat de
koeling van de lucht tot aan de
binnenkant van het pistool
gaat
Controleer of de massa contact
maakt met het juiste
plaatwerk.
Controleer het contact van de
massa.