Gebruik van de pneumatische klemmen
Tijdens het gebruik van de pneumatische klem moet u het voertuig altijd van het massablok, dat u gebruikt in de pistool-module,
afkoppelen.
Kies, voor de BP.LCX, de klem die u wilt gebruiken met behulp van de toets die zich bevindt op de voorkant.
BP-LCX : Voor het correct functioneren van het koelsysteem is het noodzakelijk tijdens het gebruik van
!
het apparaat dat de 2 klemmen (C en X) zijn uitgerust met hun armen en dat alle slangen aangesloten
De klemmen en het pistool van het apparaat zijn aangesloten aan dezelfde stroombron. Dit betekent dat wanneer u
één van deze gereedschappen gebruikt, er spanning op de andere staat. Het gereedschap dat niet gebruikt wordt
moet daarom op de daarvoor bestemde steunen geplaatst worden. Wanneer dit niet gebeurt, kan het gereedschap
ernstig beschadigd raken. Dit kan tevens vonken of metaal-projectie veroorzaken.
C-klem
♦ Draai de C-arm aan en gebruik hierbij de hendel. Controleer of de schroef die de arm aan de klem bevestigt goed aangedraaid is.
♦ De klemkracht wordt berekend door het apparaat, op basis van de aanwijzingen betreffende de kracht of de dikte van het gekozen
plaatwerk.
Instelling klem
Module NORMAAL
Met een druk op de knop sluiten klem/lassen kunt u een punt realiseren, met de op het scherm gedefinieerde instellingen.
Wanneer de ingaande druk niet voldoende is om de gevraagde klemkracht te garanderen zal het apparaat, voor het realiseren van
het punt, een pieptoon laten horen en de volgende foutmelding tonen : « Druk netwerk onvoldoende ». Met een tweede druk op de
trekker kan het uitvoeren van een punt « geforceerd » worden. Het punt wordt dan gerealiseerd met de beschikbare druk.
Als de beschikbare stroom tijdens het uitvoeren van het laspunt lager is dan de ingestelde waarde (6 %) zal het apparaat een
waarschuwing afgeven wanneer het punt gerealiseerd is : « zwakke stroom ». Dit betekent dat het gerealiseerde punt gecontroleerd
moet worden.
Er zal na het realiseren van het punt in alle gevallen een melding verschijnen om de intensiteit en de gemeten druk aan te geven.
Deze melding blijft op het scherm totdat u op een willekeurige toets van het toetsenbord drukt, of als u een nieuw punt realiseert
door middel van een druk op de drukknop voor het sluiten van de klem/Lassen.
zijn, om zo een correct mogelijke doorstroming van de koelvloeistof te garanderen.
Met de toets kan de functie voor de instelling van de klem gekozen worden. Met de
functie « instelling klem » kan de klem gesloten worden, en kan de geprogrammeerde
klemkracht op de elektroden toegepast worden zonder stroom te laten passeren. De
klem zal gesloten blijven zolang u op de trekker blijft drukken. Met deze functie kunt u
controleren of de tips voldoende gecentreerd zijn.
Een 2 seconden lange druk op de toets laat u terugkeren naar de « normale » module.
Deze module wordt automatisch getoond wanneer het apparaat opgestart wordt. Hiermee
kan de lasser eenvoudig een punt realiseren door de volgende instellingen te kiezen :
- De dikte van het plaatwerk , dit kan variëren van 0.06mm tot 3.00mm, in
stappen van 0.05mm.
Wanneer u 2 stukken plaatwerk samenlast, dient u de dikte van het meest fijne plaatwerk
in te geven.
Wanneer u 3 stukken plaatwerk aan elkaar moet lassen, geef dan de totale dikte gedeeld
door 2 in.
- Type staal (Gecoat staal, HSLA staal, UHSLA staal, Borium staal.). Wanneer
verschillende types staal samengelast moeten worden, kies dan het meest
harde type staal.
- De arm die gemonteerd is op de klem (arm C ?)
De keuze van de dikte, het type staal en type arm wordt gedaan met behulp van de
pijltjestoetsen (pijltje naar boven of naar beneden).
Iedere instelling wordt gerealiseerd door een druk op de zijknoppen + en -.
LET OP :
11