Vijfde uitgave • Vierde druk
Niet bedienen tenzij:
U de principes van het veilig bedienen van de
machine die in deze bedieningshandleiding
worden beschreven, leert en in praktijk brengt.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd een inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd functietests uit voordat u de
machine gebruikt.
4 Controleer de werkplek.
Zorg ervoor dat u de inspectie van de
werkplek kent en begrijpt voordat u verder
gaat met de volgende sectie.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Onderdeelnr. 114313DU
Grondbeginselen
De inspectie van de werkplek helpt de bediener te
bepalen of de werkplek geschikt is om de machine
veilig te bedienen. Deze inspectie dient door de
bediener te worden uitgevoerd voordat de machine
naar de werkplek wordt verplaatst.
Het is de verantwoordelijkheid van de bediener om
de instructies over mogelijke gevaren op de
werkplek door te lezen en te onthouden, er
vervolgens op te letten en deze te vermijden bij het
verplaatsen, opstellen en bedienen van de
machine.
Inspectie van de werkplek
Let op en vermijd de volgende gevaarlijke situaties:
afgereden kanten of gaten
•
hobbels, obstakels op de vloer of puin
•
hellingen
•
een onstabiele of gladde ondergrond
•
hoog aangebrachte obstakels en
•
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plaatsen
•
een te zachte ondergrond om alle
•
belastingskrachten te weerstaan die door de
machine worden opgewekt
wind- en weersomstandigheden
•
de aanwezigheid van onbevoegd personeel
•
andere eventueel onveilige omstandigheden
•
GS-30 • GS-32 • GS-46
Bedieningshandleiding
Inspecties
31