Opmerkingen:
–
raadpleeg de documentatie van het toegangspunt of neem contact op met de systeembeheerder als u
niet weet wat het IP-adres van het toegangspunt is.
–
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan worden
geladen.
2
Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor het toegangspunt op wanneer daarom wordt gevraagd.
Opmerking: De WEP-sleutel en het WPA-wachtwoord zijn niet hetzelfde als het wachtwoord voor het
draadloze toegangspunt. Met dit wachtwoord hebt u toegang tot de instellingen van het toegangspunt. U
kunt met de WEP-sleutel of het WPA-wachtwoord printers en computers aansluiten op het draadloze
netwerk.
3
Zoek het WEP- of WPA-wachtwoord op.
Hoe worden thuisnetwerken geconfigureerd?
Computers, laptops en printers moeten met elkaar verbonden zijn met kabels en/of moeten beschikken over
ingebouwde of geïnstalleerde netwerkadapters, als u wilt dat ze met elkaar kunnen communiceren.
Een netwerk kan op veel verschillende manieren worden ingesteld. Hieronder worden vier algemene voorbeelden
gegeven.
Opmerking: de printers in de volgende diagrammen stellen printers voor die zijn uitgerust met interne afdrukservers
zodat ze kunnen communiceren via een netwerk.
Voorbeelden van een draadloos netwerk
Scenario 1: Een combinatie van draadloze en bedrade netwerkverbindingen op een
netwerk met toegang tot internet
•
Alle computers en printers zijn verbonden met het netwerk via een router met mogelijkheden voor Ethernet en
draadloos.
•
Sommige computers en printers zijn draadloos met de router verbonden en anderen via een bedrade verbinding.
•
Het netwerk is aangesloten op internet via een DSL- of een kabelmodem.
Netwerk
78