P
LAATS DE COMPUTER EN
(
DRAADLOZE ROUTER
De mogelijke afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken is 90 meter. Deze afstand voor draadloze
netwerken kan mogelijk verdubbelen voor 802.11n-netwerken. Het bereik van uw draadloze netwerk is afhankelijk
van veel factoren, waaronder de mogelijkheden van uw router en netwerkadapters. Als u problemen ondervindt
met afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de computer en printer zich niet meer dan 30 meter uit elkaar bevinden.
U kunt de signaalsterkte van het netwerk vinden op de netwerkconfiguratiepagina van de printer.
C
MAC-
ONTROLEER HET
Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opnemen
in de filterlijst voor MAC-adressen. U kunt de printer dan gebruiken op het netwerk.
Wi-Fi-aanduiding knippert oranje tijdens de installatie
Als de Wi-Fi-aanduiding oranje knippert tijdens de installatie, geeft dit aan dat de printer is geconfigureerd voor
gebruik op een draadloos netwerk maar geen verbinding kan maken met het netwerk waarvoor de printer is
geconfigureerd. De printer kan wellicht geen verbinding maken met het netwerk vanwege een storing, de afstand
tot het draadloze toegangspunt (draadloze router) of omdat de instellingen zijn gewijzigd.
Probeer een of meer van de volgende oplossingen:
C
ONTROLEER OF HET TOEGANGSPUNT IS INGESCHAKELD
Controleer het toegangspunt en schakel het zo nodig in.
V
ERPLAATS HET TOEGANGSPUNT OM STORING TE BEPERKEN
Er kan een tijdelijke storing worden veroorzaakt door andere apparatuur zoals magnetrons of andere apparaten,
draadloze telefoons, babyfoons en camera's van beveiligingssystemen. Controleer of het toegangspunt niet te
dicht bij deze apparaten is geplaatst.
P
LAATS DE COMPUTER EN
De mogelijke afstand tussen apparaten in 802.11b- of 802.11g-netwerken is 90 meter. Deze afstand voor draadloze
netwerken kan mogelijk verdubbelen voor 802.11n-netwerken. Het bereik van uw draadloze netwerk is afhankelijk
van veel factoren, waaronder de mogelijkheden van uw toegangspunt en draadloze netwerkadapters. Als u
problemen ondervindt met afdrukken, moet u ervoor zorgen dat de computer en printer zich niet meer dan
30 meter uit elkaar bevinden.
U kunt de signaalsterkte van het netwerk vinden op de netwerkconfiguratiepagina.
C
WEP-
ONTROLEER DE
Als uw toegangspunt WEP-beveiliging gebruikt, moet de WEP-sleutel de volgende kenmerken hebben:
•
Exact 10 of 26 hexadecimale tekens. Hexadecimale tekens zijn A-F, a-f en 0-9.
of
•
Exact 5 of 13 ASCII-tekens. ASCII-tekens zijn letters, cijfers en symbolen die op het toetsenbord worden
weergegeven.
/
OF PRINTER DICHTER BIJ HET DRAADLOZE TOEGANGSPUNT
)
ADRES
/
OF PRINTER DICHTER BIJ HET TOEGANGSPUNT
SLEUTEL OF HET
Problemen oplossen
WPA-
WACHTWOORD
117