Applicaties
Camera-instellingen
Tik op
op het voorbeeldscherm.
De beschikbare opties kunnen verschillen afhankelijk van de opnamestand en camera die
worden gebruikt.
CAMERA AAN ACHTERKANT
• F otogrootte: een resolutie voor foto's selecteren. Gebruik van een hogere resolutie resulteert in
foto's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
Tik op de schakelaar RAW-/JPEG-best. opslaan om in te stellen dat het apparaat foto's opslaat
als niet-gecomprimeerde RAW-bestanden (DNG-bestandsindeling) in de professionele stand.
RAW-bestanden bevatten alle gegevens van een foto voor de beste beeldkwaliteit, maar nemen
meer geheugen in beslag. Voor het bekijken van RAW-bestanden is een beeldviewer-app
vereist.
• W anneer u deze functie gebruikt, wordt elke foto opgeslagen in twee indelingen: DNG en
JPG. Serie-opnamen worden alleen opgeslagen als JPG-bestanden.
• U kunt JPG-bestanden bekijken in Galerij. DNG-bestanden kunnen worden bekeken of
verwijderd in de map DCIM → Camera.
• V ideogrootte: een resolutie voor video's selecteren. Gebruik van een hogere resolutie resulteert
in video's van hogere kwaliteit, maar neemt meer geheugen in beslag.
• A F-tracking: het apparaat instellen om een geselecteerd onderwerp te volgen en er
automatisch op scherp te stellen. Wanneer u een onderwerp selecteert, stelt het apparaat
scherp op het onderwerp, zelfs als het onderwerp beweegt of wanneer u de positie van de
camera wijzigt.
• W anneer deze functie is ingeschakeld, kunt u de functie voor videostabilisatie niet
gebruiken.
• O nder de volgende omstandigheden kan het volgen van een onderwerp mislukken:
– Het onderwerp te groot of te klein.
– Het onderwerp beweegt te veel.
– Er is veel tegenlicht of u maakt opnamen op een donkere plaats.
– Kleuren of patronen van het onderwerp en de achtergrond zijn gelijk.
– Het onderwerp bevat horizontale patronen, zoals jaloezieën.
– De camera trilt te veel.
– De video heeft een hoge resolutie.
91