Aansluiten
1 Sluit uw hoofdtelefoon aan op een van uitgangsaansluitingen van
de hoofdtelefoon.
.
• Sluit alleen een hoofdtelefoon aan als die een impedantie van minstens 32
Ω heeft. Hoofdtelefoons met een lagere impedantie dan 32 Ω werken niet
met het apparaat.
2 Sluit luidsprekers met eigen voeding, een eindversterker, enz. aan
op de uitgang van de [MASTER].
Aansluitingen
41
Nl